6
De gedurende het jaar vastgestelde Plaatselijke verorde
ningen bestaan uit:
Een strafvordering, houdende politie op het buitenplein
van het station der Ned. Rijnspoorwegmaatschappijvast
gesteld den 29sten Maart 1870 en aan de Gedeputeerde
Staten medegedeeld, blijkens hun berigt van den 5den
April 1870, n°. 37 (n°. 354).
Twee belastingverordeningenals:
die op de invordering der plaatselijke belasting op de
honden, vastgesteld den 4den Januarij 1870, behoorende
bij het Kon. besluit van
bij de 3de Afdeeling, bij welke hij van zijne aanstelling
in 1830 en dus gedurende 40 jaren werkzaam was. De
gemeente verloor in hem een werkzaam en trouw ambte
naar, wiens arbeid steeds het kenmerk droeg van naauw-
gezetheid en zorgvuldigheid.
Het personeel werd aangevuld door de benoeming van
den Heer J. C. Robertson tot Surnumerair, terwijl in
rang bevorderd werden de Heeren
L. H. Barbier tot 2de Klerk;
K. H. C. Ziegelaar tot lste Klerk;
W. Dietz en
P. de Blaauw tot Adjunct-Commies.
den 3den February 1870, n°. 10,
bij hetwelk de verordening, regelende het bedrag en de
grondslagen der belasting op de honden, op nieuw is
goedgekeurd (n°. 351)
die tot wijziging van
het bedrag en de grondslagen
art. 3 der verordening, regelende
van het haven- en liggeld,
waarbij vaartuigendie alleen het huisraad en de goederen
PLAATSELIJKE VERORDENINGEN, DOOR DEN RAAD GEDURENDE
HET JAAR VASTGESTELD.