8 Het archief der Gemeente verkeert in een voldoenden staat. In twee deelen gesplitst, waarvan het eene het tot wijziging der instructie voor de armenopzigters, vast gesteld en goedgekeurd als voren (volgn. 362); voor den opzigter der algemeene begraafplaats, vast gesteld door den Raad den 26sten Julij 1870 (volgn. 356) en voor de doodgravers en adsistent-doodgravers der alge meene begraafplaats, vastgesteld als voren (volgn. 357). De voornaamste in den Gemeenteraad behandelde onder werpen waren: het doen ophalen van asch en vuilnis in eigen beheer; begrooting voor 1871; eene schikking met de administratie der gasfabriek be treffende het verschuldigde surplus over vorige jaren; een adres om mede te werken tot de pogingen, om de gevangenpoort te doen wegbreken; eene wijziging der verordening op het havengeld; een verzoek om het aanspannen van honden als trek dieren strafbaar te stellen; de aanvrage om eene Rijkstoelage voor de Hoogere burgerschool voorstellen tot verhooging van verschillende jaarwedden het afstaan van grond voor den aanleg eener batterij voor de artillerieschutterij de oprigting eener meisjesschool voor meer uitgebreid lager onderwijs; de verhooging van het minerval aan het gymnasium en de hoogere burgerschool; de herziening der politieverordening; de Gemeenterekening over 1869; bezwaren tegen het heffen van tol op den Schev. weg; de aanleg eener waterleiding. ARCHIEVEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1870 | | pagina 14