Bijlage R.
Zie Bijblad 1871, pag. 2.
10 December jl. aan
's Gravenhage mede-
VERSLAG der Commissie van Toezigt op de
scholen van Middelbaar Onderwijs omtrent
den staat dier inrigtingen gedurende het jaar
1870.
„Wij hadden de eer in ons rapport van
Heeren Burgemeester en Wethouders van
deelingen te doen aangaande enkele punten betreffende den
toestand van onderwijs en lokalen aan de hoogere burgerschool
alhier: een afdruk van dit rapport gaat hiernevens Terwijl
wij de aandacht van den Gemeenteraad vestigen op de beschou
wingen en opmerkingen daarin vervat, bepalen wij ons in dit
jaarverslag tot de vermelding van andere bijzonderheden en
maatregelen, die op den gang van het onderwijs aan deze
afdeeling van het Gymnasium invloed hebben gehad, of welke
den staat der overige middelbare scholen in deze Gemeente doen
kennen. In het algemeen mogen wij de verklaring voorop stellen
dat bij allen verbetering en vooruitgang zigtbaar zijn geweest,
onder de leeraars een aanhoudend streven om zich naar eisch
te kwijten van hunne moeijelijke taak, en bij de leerlingen
wederkeerig de zucht om door vlijt en inspanning zich de lessen
ten nutte te maken. Nu en dan worden klagten gehoord over
de schrale vruchten, ondanks alle opoffering en zorg, tot dus
verre van het Middelbaar Onderwijs genoten. Bedenken de klagers
wel, hoedanig de toestand was, dien de wet van 1863 kwam
regelen? Welk volslagen gemis aan onderwijzend personeel,
aan handleiding en leerboeken bestond en hoe langzaam de
vrucht rijpt, als eerst het terrein ontgonnen, de bodem omge
woeld, de zaadkorrel gekweeld moet worden? In zekeren zin
kan men zeggen, dat de goede bedoeling des wetgevers is