voorbij gestreefd door de ongedachte medewerking, die zich alom openbaarde. r Er ontstond een edele wedstrijd in alle streken des lands om de weldaad der nieuwe regeling aan de ingezetenen te schenken. Ontegenzeggelijk heeft die overijlde uitvoering hier en daar aan het onderwijs-zelf geen voordeel aangebragt, ja zelfs geschaad: men betwistte elkander de weinige bevoegde en geschikte leeraars; door hunne verplaatsing tusschentijds werd de regelmatige loop der lessen afgebroken, en de geleidelijke ontwikkeling der jongelieden gestoordafwisseling van methode brengt verwarring en misvatting bij hen te weegen geen wonder dus, dat in de eerste jaren de uitkomst in sommige vakken onvoldoende was. Allengs echter worden die bezwaren mindernaarmate het aantal goed gevormde docenten toeneemt de meeste scholen van leeraars zijn voorzien en de ondervin ding haar licht doet schijnen. Gestadig worden ten onzent en buiten’slands boeken geschreven, naar de vatbaarheid van scholieren op dien jeugdigen leeftijd ingerigt: men heeft leeren inziendat de wenken van deskundigen moesten worden opge volgd, dat bijvoorbeeld het onderwijs aan burgerscholen in de beginselen der natuur- en scheikunde niet zuiver wetenschap pelijk behoort te zijn, maar berekend naar den graad van ont wikkeling en de behoefte van leerlingen, die nagenoeg allen tot den ambachtsstand behooren; dat evenzoo aan hoogere bur gerscholen het onderwijs in natuurlijke historie en plantkunde bovenal strekken moet om hen te leeren opmerken en waar nemen, hen op te wekken tot eigen onderzoek der natuur, en de vermogens te scherpendie hare geheimen leeren doorgron den. Als wij dus van verbetering en vooruitgang spreken, dan verstaan wij daaronder voortdurende toenadering tot het eind oogmerk der weteen ideaaldat niemand zich kon voor stellen aanstonds bereikbaar te zijn, maar dat men pogen zou langzamerhand te verwezenlijken. Voorlichting en hulpmiddelen van allerlei aard zijn daarbij noodwendige vereischten: met erkentelijkheid gewagen wij van uwe onverdroten medewerkingzoo dikwijls die werd ingeroepen tot aanstelling van nieuwe leeraarstot uitbreiding van lokalen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1870 | | pagina 155