F. G. A. Gevebs Deijnoot,
Voorzitter.
J. Heemskebk, Bz.,
Secretaris.
’s Gkavbnhage,
11 Februari) 1871.
te houden, is onlangs, bij de oordeelvellingen over een gerucht
makend voorval, in verschillenden zin gesproken. Sommigen
verlangen van den wetgever aanwijzingen en voorschriften, die
geene wet kan geven, zaken van tact zijn niet aan vaste regels
te binden, ze worden door tijd en plaats beheerscht. Naar onze
meening moet het toezigt bijna onmerkbaar zijn, al wat opzien
baart vermijden, in stilte werken, door wenken te geven, be
zwaren op te heffen, moeijelijkheden te vereffenen, botsingen te
voorkomen, en langs dien weg vertrouwen winnen bij leeraars
en leerlingen beiden. In dien geest wenschen wij de belangen
van het middelbaar onderwijs alhier te blijven bevorderen en
aan de taak voort te werken, door ons toevertrouwd.