5°. I Had Chateaubriand regt toen hij beweerdedat de mensch over het algemeen het aangenaamst op aarde ge leefd heeft onder de goede Romeinsche keizers. Het monument in ’t Willemspark. spanning door de leeraars aan den dag gelegd. Wij hopen dat de veteranen uit dit sprekend voorbeeld zullen leeren inzien dat de goede uitslag van het onderwijs grootendeels afhangt van hunnen goeden wilomdat lessen verloren gaan die onder verstrooijing of met onachtzaamheid worden aangehoord: zoowel bij de mededeeling als bij het ontvangen van kennis wordt ernst en toewijding vereischtzamenwerking en streven naar één zelfde doel zijn van weêrszijden noodigvoor niemand is de arbeid des daags afgewerkt bij het einde der les. Eerbiedige gehechtheid aan den leeraar steunende op de overtuiging bij de leerlingen dat hij arbeidt voor hen, is voor jeugdige ge moederen meer dan alle aansporing tot ijverige pligtsbetrach- tingeen prikkel en waarborg dat de vrucht van het onderwijs tot wasdom zal komen. Gunstig was weder de indrukdie het examen in de nieuwere taleninzonderheid bij deze vierde klasseaan de gecommit teerden uit ons midden gegeven heeft. Het eigenlijk taalkundig onderwijs bleek, uit spreekoefeningen en proeven van monde linge voordragt, tot zekere gemeenzaamheid met het taaleigen en tot vaardig gebruik der spraakwendingen te hebben geleid. De onderwerpen, in de moedertaal behandeld, waren ontleend aan het eigenaardige in het karakter of de studie van eiken spreker en boden daardoor groote verscheidenheid aan. Welligt is de opteekening hier van nutsedert de openbare oraties weleer gebruikelijkvoor den tijdgeest moesten zwichten en thans de promotie door geenerlei uitwendig vertoon meer opge luisterd wordt. 1°. had tot stofDe wet voor opkomstbloei en verval in het leven der natuur, heerscht ook in het letterkundige leven der volken. 2". De drie regeringsvormen: monarchie, aristocratie, demo cratie. 3°. Het kenmerkende van de poëzy van Homérus. 4°.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1870 | | pagina 189