De Commissie van Toezigt over de Koninklijke Muzijkschool, Op haren last: E. G. Lagemans. Secretaris. gelden. De uitgaven hebben bedragen: voor bezoldigingen ƒ10,524.32; voor muzijk en instrumenten ƒ366.14; voor ver warming en schoonhouden der localen 460.59voor meubilair 123.75 en voor Diversen 621.17. De renten van het kapitaal ten name van het Pensioenfonds voor de onderwijzersbedroegen in 1870 eene som van ƒ2196.25 daaruit werden aan de regthebbenden (twee gepensioneerde onder wijzers en vier weduwen van onderwijzers) de hun toegekende pensioenen uitbetaald tot een bedrag van 1663.35. Het over schietende is overeenkomstig, het voorschift van het reglement besteed tot aankoop van 900. Inschrijving op het Grootboek der 2J pCt. Nederlandsche Werkelijke Schuld, waardoor het kapitaal van het fonds geklommen is tot 88,300, nominaal.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1870 | | pagina 207