te steunendoch het wenschte dat de Raad eerst nog zon be
proeven omhetzij een Provinciaal of Rijks-subsidie te ver
krijgen hetzij door een dringend beroep op de belangstelling
van leden en stadgenootenhet lot der Akademie te verbeteren.
De Raad van Bestuur beantwoordde deze missive met het
zenden eener uitvoerige memoriewaarin o. a. werd aange
toond, dat het beproeven van het eerste middel tot geen goeden
uitslag kon leidenen datwat het tweede middel betrof
letterlijk niets was nagelatenom de meer en meer verflaau-
wende belangstelling van leden en ingezetenen op te wekken.
De uitslag dezer naauwkeurige uiteenzetting wasdat in de
zitting van den Gemeenteraad van 10 Mei 1870 werd goedge
keurd om het subsidiemet ingang van 1 October 1870te
verhoogen met f 1600 en aldus te brengen op f 6100.
Tot zoover de finantiële quaestiediedank zij de heusche
en krachtige medewerking van Burgemeester en Wethouders
eene schrede nader tot hare oplossing is gebragtzoodat de
Raad van Bestuurdoor een hoogst zuinig beheer te voeren
en geene de minste uitbreiding aan het onderwijs te geven
allengs de uitgaven hoopt te kunnen bestrijden.
Wat nu den toestand van het onderwijs betreft, deze is be
Vredigend. De belangstelling der Haagsche jongelingschap in
deze voor haar onmisbare inrigting blijft levendigin scherpe
tegenstelling met die der ledenwier aantal van 234 tot 180
is gedaald.
De Raad van Bestuur heeft gedurende het afgeloopen jaar
geene verandering ondergaan.
Ofschoon ook het personeel der onderwijzers hetzelfde ge
bleven isheeft daarin niettemin eene belangrijke wijziging
plaats gegrepen. De Raad van Bestuur was namelijk, na de
opgedane ervaringallengs meer en meer tot het besef gekomen
dat het belang van den goeden gang der lessen vorderdeeen
directeur aan het hoofd der Akademie te plaatsendiemet
voldoende magt bekleedverantwoordelijk was voor den ge-
regelden loop van het onderwijs. In eene bestuursvergadering
van September jl. kwam dit plan tot rijpheidde Raad be
noemde eene commissie uit zijn midden om eene instructie voor