den directeur en voor de onderwijzers te ontwerpenwelke instruction werden goedgekeurd. Daarna benoemde de Raad den heer J. Ph. Koelman tot dusver als hoofdonderwijzer aan deze inrigting verbondentot directeur der Akademie welke betrekking door gemelden heer aanvaard werd. Reeds op 24 September had dientengevolge eene vergadering van den directeur met de onderwijzers plaatswaarin omtrent verschil lende puntenhet onderwijs betreffendevan gedachte gew’is seld werd. De Raad stelt zich veel goeds voor van dezen maatregel die naar zijne meeninggelijk art. 1 der instructie luidt inderdaad de onderlinge zamenwerking bevorderenen eenheid van doel en vastheid van rigting aan het onderwijs geven zal. Bij den aanvang van den cursus 18691870 werden 260 jongelingen ingeschreven, die voor het grootste gedeelte den geheelen cursus hebben bijgewoond. Het aantal betalende leerlingen bedroeg daarvan 162, onder welke 27 jongelieden van gestichten, 43 die voor rekening van Akademieleden het onderwijs genieten en 55 onvermogende jongelingendie gratis zijn toegelaten. Van de liefdadigheidsgestichten zond het Hervormd Diaconie huis 8 jongeliedenhet Waalsche Weeshuis liet 4 jongelingen aan het onderwijs deelnemenacht leerlingen kwamen voor het Luthersch Weeshuis ter Akademieterwijl van wege het Burgerweeshuis 7 jongelingen het onderwijs genoten. De klasse van het naakt model bleef ongeveer op hetzelfde standpunt, waarop zij zich sedert eenige jaren bevindt. Hoog stens elf teekenaars zag men om het model geschaard. Doch meer dan het vorig jaar werd door eenige talentvolle leerlingen der boetseerklasseop aandringen van den heer Lacomblé in deze klasse ijverig naar het leven geboetseerd. Het onder wijs in de anatomie werd slechts door acht leerlingendat in de proportie door negen jongelingen gevolgd. De perspectief- cursus bestond uit niet meer dan vijf leerlingen. De pleisterklasse kreeg meer uitgebreidheid doordat eenige jongelingen genoegzame vaardigheid in het teekenen toonden om hunne krachten aan het navolgen van het antiek beeld te

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1870 | | pagina 210