Bijlage Z.
's Gravenhage, 17 Maart 1871.
Ter voldoening aan art. 36 der verordening van 27 Augus
tus 1861 (Verz. n°. 191) heeft het Burgerlijk Armbestuur de
eer bij deze verslag uit te brengen omtrent zijne verrigtingen
over het afgeloopen dienstjaar 1870.
Door de herbenoeming der Commissie, bij besluit van den
Gemeenteraad van 20 September 1870, en die van haren Voor
zitter en plaatsvervangend Voorzitter, naar aanleiding van de
artt. 2 en 3 der Verordening, bij besluit van den Heer Burge
meester van den 23sten dier maand, werd daarin geene veran
dering gebragt en bestaat deze alzoo uit de heeren:
Mr. J. P. Vaillant. (Weth.) Voorzitter.
F. N. de Charro.
Mr. C. A. van der Kemp.
Jhr. Mr. J. F. Schuurbeque Boeije.
Mr. W. Nierstrasz van Tienhoven.
Omtrent het personeel der Ambtenaren heeft het Armbestuur
te vermelden, dat op zijne voordragt door Burgemeester en
Wethouders bij besluit van 15 Augustus tot armenopzigter be
noemd is, de Heer J. M. J. van Hussel ter vervanging van
den Heer W. K. H. Ziegelaar, wiens dienstijd eindigde met
31 Augustus en die om redenen van gezondheid verzocht had
voor die betrekking niet weder in aanmerking te komen.
Aan den Heer van Hussel werd de onderstandswijk aange
wezen, die door den Heer Ziegelaar was waargenomen.
Voorts werd de klerk J. C. Robertson, die sedert 1 Maart
1867 in het bureau van het Armbestuur was werkzaam geweest f
bij besluit van Burgemeester en Wethouders, van 27 Mei 1870,
tot Surnumerair ter Gemeente Secretarie aangesteld. De door