16
b.
f 345.—
- 4,100.—
- 1,405.—
5,850.
Stralenpleinenriolen en waterleidingen.
1°. Straten en pleinen.
De algemeene toestand der bestrating is ongetwijfeld
verbeterd en daartoe heeft veel bijgedragen de goede
hoedanigheid der keijen, die in de laatste jaren wer
den gebruikt; sedert 1864 toch is hier uitsluitend eene
keisoort gebezigd, waarvan de ondervinding heeft geleerd
dat zij een goeden vorm heeft, met zorg bewerkt is en weinig
slijt; van deze soort voldoen ook de kleinere afmetingen
zeer goed, omdat men daarmede een net plaveisel verkrijgt.
Desniettemin blijft de bestrating op sommige punten te
wenschen overlaten, maar men verlieze niet uit het oog,
dat de straten telkens, dan om deze dan om gene reden,
moeten opgebroken worden en dat de bestrating nog
een ge ruimen tijd de nadeelen daarvan doet bemerken.
Bovendien neemt de omvang der bewoonde kom van de
Gemeente steeds toe en breidt het werk der bestrating zich
altijd uit. In 1870 b. v. nam de Gemeente de bestrating
op zich van de toegangen tot het station van den Rijn
spoorweg, en daardoor alleen vermeerderde de te bestra
ten oppervlakte met 5,519 vierk. meters.
Er werden dan ook in het afgeloopen jaar gevorderd:
164,616 stuks keijen, groot 14 bij 16 centimeters,
454,926 12 14
32,639 10 12
en dus in het geheel ruim 650,000 stuks.
De werken aan de schoolgebouwen waren in het open
baar aangenomen door den metselaar M. J. van Zanten:
die van de middelbare scholen voor
lagere scholen
verdere schoolgebouwen
Totaal
n
T>
T)
n