liet Burgerlijk Armbestuur, J. 1’. VAILLANT, Voorzitter. W. J. BOLDERMAN. Secretaris. beneden de raming zijn gebleven. Het Armbestuur gelooft echter zich hier van verdere beschouwingen te dezen aanzien te mogen onthouden, daar alle te dier zake betrekkelijke bijzonderheden volledig blijken uit de rekening. En, ofschoon ten gevolge van het in werking treden der wet van 1 Junij 1870, sommige artikelen moesten worden verhoogd is van het subsidie eene som van 7636.77 J-, minder dan toegestaan was gebruikt, hetgeen evenwel ten deele te weeg gebragt isdoor het meer tijdig dan vroeger door andere Gemeenten terugbetalen van voor geschoten onderstand. Omtrent den staat der bezittingen en van de daarin voorge vallen veranderingen, waarvan het overeenkomstig art. 33 der verordening gewoon is aan het slot van zijn verslag mededeeling te doenmerkt het Burgerlijk Armbestuur opdat het alleen mededeeling heeft ontvangen, van een door wijlen den heer Mr. F. L. Certon aan de algemeene armen besproken legaat van 2000, waarvan echter de uitkeering eerst na het over lijden der vruchtgebruik ster kan geschieden. Het kapitaal in het Grootboek der Nat. 2| pCt. rente gevende schuld is mits dien onveranderd gebleven, ten bedrage van ƒ72,000 inge schreven ten name van: ’s Graven/iage(Het Burgerlijk Arm bestuur te), onder letter 8., Deel 34 nn. 10,120. Voorts bezit het Burgerlijk Armbestuur een magazijn van kleeding-, ligging- en dekkingstukkengelijk is aangewezen in bijgaande tabel.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1870 | | pagina 231