I i 1ï f h 1 it i Ondersteunden 151 291 1 40 220 71 77 373 30 36 544 Uitgaven. ƒ17,656.041 ƒ102,300.95 ƒ12,375.15 ƒ48,617.96 ƒ7,508.— ƒ18.50 ƒ31.50 Ontvangsten. /1,795.— /122.75 /89,500.— Nihil. f85.G3± f4.,403.82 ƒ6,413.741 ƒ102,300.95 Nihil. ƒ9,849.521 ƒ26.— 5 ƒ17,140.66 ƒ5,186.641 ƒ5,272.75^ ƒ12,654.80 ƒ31,107.801 ƒ60,993.11 ƒ10,996.991 z van art. 2 der wel van den 28sten Junij 1854 (Staatsblad n°. 100.) rs ï’SJd s g BESTUREN VOOR HUISZITTENDE ARMEN, behoorende tot de instellingen van weldadigheid bedoeld bij Utt. a en d g Bijlage EE, N°. 2. GETAL ARMEN IN DE GEMEENTE VERBLIJVENDE, DIE ZIJN ONDERSTEUND, TOTAAL. alleen gedurende den winter of slechts nu en dan ééns of meermalen gedurende het geheele jaar onafgebroken in andere gemeenten, als: AANMERKINGEN. in de verblijfplaatsals in de in andere gemeenten, als; 1. 9. 6. 7. 10. 8. 11. 12. 2. 13. 3. 5. 4. 14. Optelling Alle in de Optelling vorige der der kolommen kolommen het Rijk. kolommen in de verblijfplaats. in andere gemeenten. niet AANMERKINGEN. 1 en 8 begrepen in in ziekte. met 7. in ziekte. geld. in ziekte. 16. uitgaven. 13. 1. 2. 3. 11 5. 6. 4. 10. 12. 17. 19. 7. 8. 16. 18. 9. 14. 15. 17,656.04} Alle in de Optelling der g kolommen niet AANMERKINGEN.. begrepen gemeenten. 1 tot ontvang en met 13. sten. 2. 1. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 11. 10. 12. 13. 14. 15. 17. 16. 18. 19. hoofden van huisgezinnen. Erfstel lingen legaten en schen kingen in den zin van het Burgerlijk Wetboek. in gezonden toestand. eenloopende personen. en domicilie van onderstand hebben of geacht worden te hebben hoofden van huisgezinnen. in gezonden toestand. eenloopende personen. hoofden van huisgezinnen. Onderstand van de bedeelden zelve of van hunne bloed- of aan verwanten terug ontvangen. (Art. 52 der armenwet.') eenloopende personen. hoofden van huisgezinnen. eenloopende personen. hoofden van huisgezinnen. vorige kolommen eenloopende personen. hoofden van huisgezinnen. elders verstrekt aan armen die domicilie van onderstand hebben in de gemeente. eenloopende personen. van het Rijk. van andere gemeenten. Eenloopende personen. 8,327.57} 708.10 111.58* in gezonden toestand. ,8> o a S* S g g O g ao 5* O .tO O verblijfplaatsals Collecten inschrij vingen en andere niet in kolom 2 begrepen giften en bijdragen. Opbrengst van de door werkver schaffing (kolom 11 der uitgaven) verkregen en verkochte voor werpen. Hoofden van huisgezinnen. (Optelling der kolommen 1, 3, 5, 7, 9 en 11.) Voor herstelling, onderhoud, belastingen en verdere lasten van roerende- en onroerende bezittingen, en voor alle kosten van beheer. (Optelling der kolommen 2, 4, 6, 8, 10 en 12.) voor rekening van het Rijk, als: nog te vorderen wegens voorschotten voor rekening van het Rijkof ten behoeve van armendie domicilie van onderstand hebben of geacht worden te hebben in andere gemeenten. voor rekening van het Rijk, als: Van den gezamenlijken onderstand in kolom 8 vermeld, is verstrekt Teruggaaf uit de fundsen der armbesturen van voor schotten over het dienstjaar gedaan voor onderstand van armen, die in de gemeente domicilie van onderstand hebben. aan de gemeente krachtens art. 26, 2de lid art. 46 2de lid en art. 471ste lid der armenwet. aan andere gemeenten of daarin gevestigde instellingen van weldadigheid. iil Godshuizen ziekenhuizen of krankzinni gengestichten in de gemeente. Renten van effecten en uitstaande kapitalen, huur en pachtgelden opbrengst van hakhout veldvruchten cijnsenthijnsen en alle andere inkomsten van bezittingen en toegekende regten. Gelden terug ontvangen over het dienstjaar wegens voorschotten (kolommen 47 der uitgaven) voor armendie in andere ge meenten domicilie van onderstand hebben en die voor rekening van het Rijk zijn ondersteund. op andere wijze of in natura tot een gelds waardig bedrag van 2 CD Tg CS a "a an .5 3 73 a 3 is •S 5 ts *S g g o 2 tot en voor rekening van Aflossing van hypotheken koopprijzen van verkochte roerende- en onroerende goederente gelde gemaakte effecten inschuldeu en andere bezittingenmet inbegrip der bij de inning ontvangen renten. en domicilie van onderstand hebben of geacht worden te hebben en domicilie van onderstand hebben of geacht worden te hebben. a' h •3 5 <D de gemeente-i 4J és' art. 462de lid en art f- der armenwet. Subsidiën van Dé in kolom 13 vermelde som van f 6,413.74} be treft: Terug te ontvangen voorschotten voor onder stand in vorige dienstjaren aan elders armlastigen verstrekt, volgens art. 46 der wet van 28 Junij 1854 {Staatsblad n°. 100). Bij het opmaken van de tabel is over het dienstjaar Voor onderstand van allerlei aard, zoo in geld als in geldswaarde verstrekt aan armen, die in de gemeente verblijven. -■ a 5 2 L- Q CO OJ S-n is* nog verschuldigd wegens onder stand of verpleging, H 1» o 5 3 CS c» co c o .SPtö Ij <D O Het bedrag in kolom 16 vermeldbestaat in a. de kosten voor het Bestedelinghuisdie tevens op den daarvoor aangewezen staat zijn opgegeven8,508.78} b. teruggave van onderstand in vorige dienstjaren elders aan armen verstrektvolgens art. 46i der wet e. begrafeniskosten d. belegging van gelden tot en met 'o 5 bo CD -2-3 i C a> <u I M S O aan kas krachtens art. 26,2de lid, 67, 1ste lid O

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1870 | | pagina 240