II. HANDEL. Binnenlandse he handel. a. Omtrent de in deze Gemeente gehouden wordende markten zijn ons de hierna volgende bijzonderheden medegedeeld niet bevorderd door middel van kanonnen en mitrailleuses; zij kan alleen worden aangekweekt door bestendigen vrede, die gelijktijdig de levensbron is van welvaart, voorspoed en ont wikkeling op materieel gebied. Mogen wij ons verheugendat Nederland bevrijd bleef van wonden, die de geesel des oorlogs slaat, als elk andere heeft niettemin ook onze natie gedeeld in de schade, door zijne ge volgen aangerigt. Zal de toestand in 1871 gunstiger zijn? De verschijnselen, die dagelijks vallen waar te nemen, geven nog geen regt om die vraag toestemmend te beantwoorden. Hopen wij intusschen het beste. Op het gebied der wetgeving in zaken van handel en nijver heid was het in 1870 stil. Men blijft nog altijd uitzien naar eene betere regeling omtrent het oprigten van fabriekentrafieken enz., en naar afschaffing der Patentbelasting. Daarentegen werd het in werking treden der wet, bepalende een uniformport van vijf cents voor de binnenlandsche brieven verzekerdterwijl hetgeen meer bijzonder voor 's Gravenhage van belang is die gemeente, bij Zijner Majesteits besluit van 1°. Mei 1870 (Staats blad n° 72), werd aangewezen als kantoor van betaling bij invoer van goederen enz., langs den Rijnspoorweg en den Spoorweg Almelo—Salzbergen. Hierdoor is aan den handel de gelegenheid aangebodentot directe ontvangst en inklaring der goederen hier ter stede, uit die gedeelten van het buitenland, welke thans in regtstreeksche verbinding zijn gebragt met de Residentie. Tot nog toe schijnt echter van dit voordeel weinig partij te worden getrokken; hetgeen, naar wij vernemen, hoofdzakelijk moet worden toegeschreven aan de omstandigheid, dat vele afzenders verzuimen om ’s Gravenhage op het geleibiljet aan te wijzen, als plaats van bestemming en inklaring.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1870 | | pagina 255