GO
Ook de normaalklasse voor onderwijzers heeft zich uit
gebreid in het vorig jaar bestond zij uit 33in 1870 uit
51 jongeliedenwaaruit teregt toenemende belangstelling
in het onderwijs mag worden afgeleid.
De inkomsten der muzijksehool bedroegen volgens de
laatste jaarrekening 14,869.805 en de uitgaven 12,095.97
die rekening leverde dus een batig slot op van ƒ2773.835.
Ten aanzien der Akademie van beeldende kunsten ver
wijzen wij naar het verslag over 1869/70, hetwelk Bijlage
IJ uitmaakt, en waarin de opgaven van het getal der
onderwijzers en der leerlingen wordt gevondenin dat
verslag is- met een gewenschte uitvoerigheid aangegeven,
in welke vakken belangstelling in het onderwijs blijkbaar
was en voor welke vakken minder opgewektheid bleek te
bestaan.
willen wij toch doen uitkomen dat het getal leerlingen van
266 geklommen is tot 281. Van deze ontvangen onderwijs
in den zang 188
op de viool27
violoncel 10
contrabas 1
Unit4
oboë3
clarinet4
fagot 2
den waldhoorn 5
de trompet4
bazuin 4
pauken 1
in den solozang 11
op het orgel 9
in de theorie 41
op de piano-forte 75
r>
n
r