Bijlage O
’s Gravenhage, 27 Maart 1872.
leden.
Terwijl wij de eer hebben dit ons
van bijstand in het beheer van
uit de heeren:
Mr. F. M. Baron van dee Dvijn, voorzitter,
F. N. de Charro, 1
D. P. J. van Waning, I
,r leden.
Mr. A. J. 0. Maas Geesteeanüs en I
K. Enthoven Lz.
Twee geheel verschillende oorzaken deden echter in dit
klein ledengetal twee plaatsen openvallen.
De eerste op 28 Junij door het treurig afsterven van den
heer Maas. Die hooggeachte overledene moest, toen de pokken
epidemie hier zoo goed als geweken wasdaarvan het slagt
offer worden. Niet alleen dat wij in des ontslapenen zeer ge-
waardeerden omgang veel hebben verlorenmaar zijn verscheiden
is voor de belangen van het Gasthuis bepaald gevoelig te achten.
De heer Maas immers volbragt van af 1865 de aangenomen
verpligtingen voor die inrigting met naauwgezetheid en onpar
tijdigheid. ’sMans nagedachtenis, zoo regt verdiend gehuldigd,
zal steeds bij ons in eere blijven.
Het openvallen der tweede plaats geschiedde eenigen tijd
later. De heer de Ciiaeeo nl., die van den beginne af als
bestuurslid voor het Gasthuis werkzaam was geweest, werd op
18 Julij niet herkozen als lid van den Raad.
Bij de vermelding van dit tweede verlies is het ons eveneens
eene behoefte te verklarendat wij ook den heer de Chabro
niets mogen onthouden van de hulde, zoo even den afgestor
vene als mensch en lid der Commissie toegebragt, en dat die
7de jaarverslag te
mogen aanbieden nopens den toestand van het Gasthuis, van
gen wij aan met de vermelding, dat voor 1871 de Commissie
dat gesticht zamengesteld was