van Waning en Gaan. heer zich, met betrekking tot het gesticht, hoogst verdienstelijk heeft gemaakt. Den 12den September voorzag de Raad in de vervulling dezer twee plaatsen door benoeming der heeren Mr. B. H. M. Hanlo en Jhr. Mr. H. A. C. de la Bassecour Gaan. Daarna werden de subcommissiën, waarvan de heer van der Dvux voorzitter is, voltallig gemaakt, en zijn die thans aldus zamengesteld die over de lokalenhet huisraadde levensmiddelende brandstoffen, enz. uit de heeren: Enthoven en Hanlo; en die over het linnen-, tafel-, bedden- en lijfgoed uit de heeren Uwe vergadering verleende hare goedkeuring aan het door ons vastgesteld huishoudelijk reglement voor het gesticht en steldeovereenkomstig een door ons aangeboden ontwerpde instructie vast voor den heel- en verloskundige in het Gasthuis. Hij die deze betrekking sedert eene reeks van jaren ver vulde, verkreeg op verzoek eervol ontslag, met dankzegging tevens voor de vele en belangrijke diensten der Gemeente be wezen. En daar ’s mans verdiensten van te algemeene bekendheid zijnwordt het overbodig hier dienaangaande in vele bijzon derheden af te dalenzoodat wij kunnen volstaan met de ver klaring dat wij den heer Ligtenberg met innig en groot leedwezen eene betrekking zagen nederleggenwaarin hijdoor zijne uitstekende bekwaamheden, zoo vele belangrijke diensten aan het voormalig en tegenwoordig Gasthuis bewezen had. Wegens de weinig aannemelijke voorwaarden was de betrek king van hulpgeneesheerna het vertrek van Dr. Ermerins, onvervuld gebleven. Nadat in het afgeloopen jaar de daaraan verbonden bezoldi ging tot een hooger cijfer was vastgesteldwerd als zoodanig benoemd, voor den tijd van één jaar, Dr. F. Breesnee. Aan den huismeester-boekhouder W. J. Wisse werd op ons

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1871 | | pagina 134