verzoek eervol ontslag verleend. Daarmede bezwaard, wendde hij zich tot den Raad. En nadat hierover bij die vergadering langdurige discussiën waren gevoerdbesloot dat Collegie ten slotteom over te gaan tot de orde van den dag. Dat ontslag heeft voor ons nog veel onaangenaams tengevolge gehaddoch de overtuiging van in het belang van het gesticht niet anders te hebben kunnen en mogen handelen, heeft ons sterk gemaakt tegenover de vele onjuiste beoordeelingen die na ’s huismeesters vertrek gedaan zijn. De heer W. Bierstekeb te Goes werd daarna benoemd tot huismeester-boekhouderdoch weinige dagen later op verzoek weder eervol ontslagen, en wel uitsluitend op grond, dat zijn echtgenoote zich niet in staat achtte tot het volbrengen barer taak. Hierna werd als zoodanig benoemd de adjudant-onderofficier bij het regement Grenadiers en Jagers W. G. F. de Reuter. In 1871 verleende de Raad, bij de behandeling der Begroo- ting voor het daaraanvolgende jaar, zijne goedkeuring aan de voorgestelde verhooging der belooningen van de ziekenoppassers en oppasseressen. Tevens werden gelden toegestaan tot indienststelling van hoofdoppassers en hoofdoppasseressen. De wijze waarop het dienstdoend personeel zich van zijne pligten gekweten heeft, verdient over ’t algemeen een loffelijk getuigenis. Om niet in herhaling te treden ook over zaken van localen aard, verwijzen wij kortheidshalve naar het hiernevens liggend afschrift van ’s Directeurs verslag. Dat stuk, waaraan wij ons over ’t geheel gedragen, levert tevens vele en belangrijke mededeelingen omtrent de opname en verpleging van lijders. De reeds in 1870 uitgebroken kinderziekte woedde steeds voort en erlangde in het daaraanvolgende een kwaadaardig karakter, zóó zelfs dat er eene periode kwam, waarin het onmogelijk werd om al de lijders, die in het Gasthuis hunne verpleging verlangden, in die inrigting op te nemen. Toen werd de Gemeente-bewaarschool aan den Noordwal als hulplokaal in gebruik genomen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1871 | | pagina 135