b. DE ONDERWIJZERS. de huisgezinnen blijft het gebruik der medegegeven werken niet tot de schoolgaande kinderen beperkt, maar wordt daarop ook door de ouders veelal groote prijs gesteld. De avondscholen, welke nog aan enkele der armenscholen zijn verbonden, worden slecht bezocht. Te Scheven'uigen zetten de onderwijzers haar zooveel mogelijk voort met een gering getal, vrij ongeregeld opkomende, leerlingen. Alleen omtrent de avondschool in de Nieuwe Schoolstraat luidde het berigt wat gunstiger. Zij werd door 13 jongens en 24 meisjes, waar van door 4 jongens en 21 meisjes zeer geregeld, bijgewoond. Art. 18. Op 31 December 1871 waren aan de Gemeente scholen behalve de 13 hoofd onder wijzers werkzaam58 hulp onderwijzers, waarvan 16 de acte van hoofdonderwijzer en 4 den 2den rang bezitten; 2 hulponderwijzeressenwaarvan 1 met acte van hoofdonderwijzeres55 kweekelingenwaaronder 2 Rijkskweekelingenvoor de handwerken: 5 onderwijzeressen le klasse; 5 onderwijzeressen 2e klasse en 8 kweekelingen. Op den 1 Maart 1871 hebben de gezamenlijke hoofdonder wijzers der Gemeentescholen tot de plaatselijke Schoolcommissie het verzoek gerigt, om eene vermeerdering van het hulpper soneel aan de scholen te bevorderen. Bij de aantooning van zijne geringe sterkte in verhouding tot het getal der leerlingen, dat aan de Gemeentescholen onderwijs moet genieten, voegden zij omtrent den invloed, dien het gemis van voldoende hulp in de school op de vruchten van het onderwijs en op de vorming der toekomstige onderwijzers moet uitoefenen, behar- tigenswaardige wenken. De Schoolcommissie aarzelde dan ook niet, om het verzoek der hoofdonderwijzers bij het Gemeente bestuur te ondersteunen, en zij mogt, nadat later nogeensvan hare zijde de toepassing van den ontworpen maatregel op alle Gemeentescholen was aanbevolen, de voldoening smaken dat bij raadsbesluit van 24 October 1871 het raadsbesluit van 26 Juni 1866 (Verz. n°. 298) in dier voege is gewijzigd, dat met ingang van 1 Januarij 1872 aan elke school voor onvermogenden

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1871 | | pagina 166