DE KOSTEN VAN HET ONDEBWIJS.
C.
Hieromtrent kan door de Schoolcommissie geene eenigzins
volledige mededeeling worden gedaan.
aan de school op het
voor den tijd
Art. 23. Het onderwijzend personeel heeft zijne taak bijna
zonder uitzondering zeer goedveelal op uitstekende wijze
vervuld. Klagten werden bij de Schoolcommissie in geenerlei
opzigt daarover ingebragt.
den 25sten April 1871 maakte de dood een einde aan den
arbeid, waarvan zijn reeds gebleken ijver en bijzondere geschikt
heid veel goeds deden verwachten. Na vergelijkend examen is
tot hoofdonderwijzer aan de armenschool in de Badhuisstraat
benoemd de heer A. Palte, eerste hulponderwijzer aan die
school.
De heer W. de Vlettee, hoofdonderwijzer der armenschool
in de Lombardstraatwerd in de tweede helft des jaars door
eene gevaarlijke ziekte aangetastdie zijne tijdelijke vervanging
gedurende eenige maanden noodzakelijk maakte. Gelukkig is
hij thans weder genoegzaam hersteld.
Ook aan den heer N. M. Schild, hulponderwijzer aan de
burgerschool tegen matig schoolgeld op het Kerkpleinmoest
tijdelijke ontheffing zijner functiën worden toegestaan. Door de
pokziekte aangetast, bleef hij geruimen tijd lijdende en zal
welligt vooreerst nog niet tot hervatting van zijnen arbeid in
staat zijn. Burgemeester en Wethouders hebben tot zijne tijde
lijke vervanging als hulponderwijzer
Kerkpleinden heer G. J. Tamson aangesteld
van één jaar.
In het geheel zijn in 1871 4 hulponderwijzers eervol ont
slagen; 12 benoemd of bevorderd, en wel 1 van de 3de tot de
2de2 van de 4de tot de 3de2 van de 5de tot de 4de klasse
7 nieuw aangesteld, waarvan een, gelijk zoo even is mede
gedeeld voor den tijd van één jaar.
Van de Rijkskweekelingen was even als in 1870, 1 op de
school in de Jufvrouw Idastraat1 op die in de Lepelstraat
werkzaam.