Zondagscholen Bewaarscholen. 58 H II Het bijzonder onderwijs. Art. 37. De verklaring, bedoeld bij art. 37c der wet van 13 Augustus 1857 (Staatsblad n“. 103), is gedurende het jaar 1871 afgegeven aan Mejufvrouw E. M. Bibsen, onderwijzeres in het schrijven en rekenenaan J. P. Teuklincx hulponder wijzer Mejufvrouw M. A. C. Cbamep. hulponderwijzeres Mejufvrouw C. H. M. Wassen en Mejufvrouw A. E. Jongen, onderwijzeressen in het schrijven en de nuttige handwerken de tweede in de scholen van den H. Vincentius van Paulode overigen allen in het Aloysius gesticht werkzaam. In het aantal en de inrigting der bijzondere scholen in deze Gemeente kwam gedurende het jaar 1871voor zooveel de Schoolcommissie bekend is geene verandering. waar lager onderwijs gegeven wordt, bestaan te ’s Gravenhatje niet. te zamcn alzoo 2185 kinderen of 62 u De sterfte was onder deze kinderen in 1871 betrekkelijk zeer grootniet minder dan 58 zijn er overledenwaarvan 30 te Scheveningenmeerendeels aan de pokziekte. De lokalen der Gemeente-bewaarscholen op de Lange Gracht bleken onvoldoende voor het getal kinderen dat zich aanmeldde. 47 jongens en 45 meisjes moesten wegens gebrek aan plaats worden afgewezen. De Gemeente-bewaarschool aan den Noordwal werd in het begin des jaars gedurende eenigen tijd voor de verpleging van Er zijn in deze Gemeente 5 Gemeente-bewaarscholen, waar van 1 te Scheveningenen 13 bijzondere bewaarscholen. Aan de Gemeente-bewaarscholen waren op 31 December 1871 5 bewaarschoolhouderessen22 helpsters en 22 kweekelingen werkzaam. Het getal der toegelaten kinderen bedroeg toen: 1114 jongens of 4 minder dan in 1870. 1071 meisjes n 58

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1871 | | pagina 169