het onderwijs op onze lagere scholen, dat de studie der Neder - duitsche taal meestal te weinig wordt beoefend, te veel eene ondergeschikte plaats inneemt; de docent in de Hoogduitsche taal ontmoet daardoor bij zijne leerlingen groote moeijelijkheden in het aanleeren der veelvuldige buigingen van geslachts- en getalvormen, welke bij grondiger kennis van het Hollandsch ligt worden begrepen. Wij hebben de waarheid dezer opmer king bevestigd gevonden, zoo dikwijls hij zelf in de hoogere klassen lessen in onze moedertaal op zich nam: en bij de beste leerlingen der tweede afdeeling van het Gymnasium, die door regelmatige beoefening der oude talen meer voorbereid waren voor dieper inzigt in het wezen der taal.” Dat echter bij aanleg en vlijt, onmisbare voorwaarde om in eenig vak te vorderen, ook jeugdiger en minder ontwikkelde leerlingen door de leermethode van dr. Bruck werden aangetrokken en vooruitgebragtheeft ons de ondervinding van jaren bewezen. Als eens het heilig vuur in de ligtontvlambare gemoederen’ ontstoken was, vond het voedsel in zich zelf, en ontgloeide bij enkelen tot geestdrift voor de meesterstukken der duitsche Muze, die een’ weldadigen invloed voor geheel hun volgend leven hebben zalen hen nu nognaar wij vertrouwende nagedachtenis van hunnen geliefden leermeester doen zegenen. Hij wist de aandacht onweerstaanbaar te boeijen, zoo dikwijls in eene gewone les, of bij een examen, Goethe verklaard of Schiller gevoeld moest worden. Kalm, indringend, den schrij ver meestal ophelderend door voorbeelden uit diens eigen werken ontleend, legde hij evenveel smaak als belezenheid aan den dagmen kon zich aan de betoovering van den talentvollen uitlegger niet onttrekken. Nooit bragt hij iets vreemd aan het onderwerp in behandeling, de auteur verscheen in het volle licht van zijnen tijd, omringd door de vrienden en omstandig heden zijns levensen waar hij zinspeelde op historische her inneringen, werden deze opgeroepen doch met soberheid en niet meer dan tot regt verstand van de beschouwde plaats noodig was. Hoe hadden wij gewenscht dit schoon, dit nuttig en eervol leven nog lang gespaard te zien, en voor onze school een man te behouden van wiens onvermoeide werkzaamheid

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1871 | | pagina 190