onze school genoot gelijks zijne opleiding aan onze school genoot, om dan met vertrouwen te vragenwat bewijst deze uitspraak der com missie van examinatoren te Delft ten nadeele van het onderwijs alhier De grillige fortuin speelt dikwijls eene hoofdrol bij die examensbeschaamt de verwachting der leeraarsstelt de hoop van ouders te leuren bespot de inspanning der onder vraagden. Wie weet niet bij ervaring, of uit opmerking bij anderen, dat de beste voorbereiding geene zekerheid geeft tegen verstrooijing van gedachten, tegen falen van het geheugen, tegen misvatting van eene voorgestelde vraag, allerminst waarborgt tegen dwaze voorkeur van een of ander examinator voor zijne stokpaardjes, zijne eigene geliefkoosde theorie, zijne beoefening van de deelen der wetenschapzijne uitlegging van eene duistere plaatszijne ontwikkeling van een karakterzijne verklaring van een historisch tijdperk, zijne oplossing van een ingewikkeld probleemvan onedeler beweegredenen tot afkeuring, van nijd en naijver spreken wij niet.- Bovendien het talent van examineren is aan weinigen verleend: men kan een wetenschappelijk man, een voortreffelijk leeraaren desniettemin een zeer middelmatig of ongeschikt examinator zijn: misschien heeft de wetgever te weinig gelet op de zeldzaamheid der kunst, bij de voorschriften over de elnd-examens en bij het aanwijzen der autoriteit, aan welke hij de zamenstelling der commissie overliet. Doch hoe dit zij, de vijf leerlingen van onze school, die niet zijn geslaagd, staan volstrekt niet gelijk in aanleg en ontwikkelingonder hen is een hoogst verdienstelijk leerling, bij alle leeraars goed aangeschreven, die zich naauw- lijks kunnen voorstellen, dat hij een onvoldoend examen zou hebben afgelegd: een tweede, die zich evenzeer door vat baarheid en gelukkige vermogens als door naarstigheid onder scheiden heeft, maar wiens eenige misslag was, dat hij zich op de oude talen heeft toegelegd terzelfder tijd dat hij zijne studiën in de twee hoogste klassen voortzette, door welke ver- eenigde inspanning de boog overspannen is; de drie overigen van minder gehaltemuntten toch uit boven enkele hunner toegelaten mede-leerlingenmaar wij nemen aan, dat zij den stempel van het diploma niet hebben verdiend. Opmerkelijk

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1871 | | pagina 195