voorrang en boventoon haddenthans doet het zich meer en meer gelden, en dreigt de pogingen te verlammen van hoogst bekwame leeraars. Voor deze zonen van het oosten bezit al wat op de phantasie -werkt, de zinnen streelt, schittert en schel - klinkt, eene eigenaardige aantrekkelijkheid: levendig, woelziek, rusteloos, verre boven het gewone peil van hunnen leeftijd, deelen zij ongemerkt aan hunne mede-makkers iets van die eigenschap mede, een geest van tegenstribbelen steekt geheel de klasse aan. Doorgaans met beperkte vermogens en middel matig van aanleg, toonen zij weinig vatbaarheid tot het volgen van een streng-logisch betoog, of voor kalme, bedaarde rede nering. Om de resultaten der bewijsvoering is het hun te doen; deze in het geheugen te prenten, zonder ernstig onderzoek of opzettelijke studie, is hun hoofdstreven. Zij leven te snel en genieten te gaarne om zich den pijnlijken arbeid te getroosten van stil te staan bij de afleiding of ware beteekenis van een enkel woord, om de gehoorde lessen door gezet nadenken zich eigen te maken en zóó in zich op te nemendat kennis worde hun duur verworven eigendom. Niet wetenschap is het doel, maar aflegging van het examen, zoo spoedig mogelijk. Meestal van ouders en nabestaanden verwijderd, zonder leiding of toezigt, los van de banden die het huisgezin tot zegen maken, en af- keerig van de tucht ontontbeerlijk op hunne jaren, zwerven zij in ons midden rond, en nemen van westersche beschaving weinig meer over dan uiterlijken glans of vernis, zoo al niet de uitwassen en verdorvenheid der weelde. Er waren en zijn eervolle uitzonderingen; jongelingen van Indische geboorte en af komsteven lofwaardig om hun karakter en gedrag als wegens hunne vlijt en aanleg, die door vasten wil en energie de zinnelijke neigingen beteugelen en als voor beelden mogen strekken voor onze Nederlandsche jeugd. Mogen zijwier hart huu zegt dat deze getuigenis hen geldtde hoop niet teleurstellen, die wij voor Indië en moederland koesteren van hunne arbeid! Dat intusschen de taak der onderwijzers tegenover henvoor wie elke inspanning een last en alle school werk eene foltering is, in dubbele mate overleg en moeite vordert, ten einde niet de vrucht van hun onderwijs ook voor

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1871 | | pagina 197