dezer gemeentenoch ook strookend met het voortreffelijk voor ambachtslieden onwaardeerbaar onderwijs. Welke kan de oorzaak zijn van die weinige belangstelling in eene zoo nuttige inrigting onder de klasse voor welke deze school is bestemd De een zegt: „maak het onderwijs kosteloos, dan zullen, gelijk elders, de leerlingen toestroomeneen ander, meer vertrouwd met hier heerschende wanbegrippen en vooroordeelenziet juist in het te matig schoolgeld eene hoofdreden van de geringschatting de stilleeenvoudige burger zegtvolgens henhoe kan onderwijs, voor twaalf gulden ’sjaars te verkrijgen, eenige «waarde hebbenof «Er wordt te weinig gedaan aan «het fransch.« Misschien ligt de eigenlijke grond dieper, want het zelfde verschijnsel, kwijning dezer soort van scholen, doet zich in andere plaatsen bij geheel verschillende omstandigheden insgelijks voor. Er is tijd noodig, langer dan die sedert in voering der wet van 1863 verliep, om een nieuw denkbeeld, eene idéé te doen rijpen en wortel schieten bij dien zoom der maatschappij op wier medewerking het bovenal aankomtandere instellingen, die slechts gedeeltelijk in de behoefte aan meer ontwikkeling voorzienbestonden, verkregen zekere vermaardheid en onttrekken daardoor de knapen en jongens die de burger scholen moesten bevolken, aan den kring van dit onderwijs. Hoeveel de voorbereiding der meeste adspiranten uit deze klasse der burgerij te wenschen overlaathebben wij ondervonden gelijk de raad der Teeken-Akademie blijkens het jongst verslag mededeelt bij ons examen van toelating. Zóó zwak in de allereerste gronden van taal en geschiedenis, zóó weinig met de hoofdregels der rekenkunst bekend, dat bijna een vierde van hen die zich aanmelddenmoest worden afgewezenin de sfeer hunner omgeving kan niet de zucht worden opgewekt naar dieper inzigt in het wezen der dingen, en het beste onderwijs gaat te loor, omdat het geenen bodem vindt waarin het vrucht kan dragen. Wanneer dus de burgerschool nog niet is wat zij wezen moest en kan wordende Raad gelieve wél te overwegen dat niet aan leeraars of instelling zelve de schuld ligt. Inte gendeel, de ijver en volharding der kundige mannen, aan wie de lessen zijn toevertrouwd, schijnen aan te groeijen naarmate

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1871 | | pagina 200