r oneindige verscheidenheid, die de natuur aan al hare voort brengselen toebedeelt; voor de behoeften en vatbaarheid van jongelingen schijnt ons de strekking van zoodanig onderwijs wel berekend te zijn. Met het toekennen van prijzen en getuigschriften zijn wij zeer omzigtig en spaarzaam geweestalleen voor henwier aanspraak op onderscheiding boven alle bedenking was, hebben wij daartoe besloten; daarbij is steeds gelet op de wenken en wenschen van rector en leeraars. Jaarlijks ondervinden wij hoe gebrekkig een maatstaf zelfs in het zorgvuldigst examen gelegen is; de maandelijksche en zaamgetrokken lijsten bieden eene betrouwbare controle; eigen opmerkingen bij schoolbezoek vullen het ontbrekende aanmaar het oordeel der leeraars zei ven blijft de hoofdzaak wanneer zij meenden dat een getuigschrift verdiend was als bewijs van gemaakte vorderingen als belooning voor betoonde vlijt, in een enkel geval ter aanmoediging om zich te blijven toeleggen, gaven wij gehoor aan hunne voor stellen elke beslissing is met eenparigheid van stemmen genomen. Als slotsom onzer mededeelingen mogen wij verklaren, dat de staat van het onderwijs aan de 2de afdeeling van het Gym nasium bloeijend en gunstig ishet aantal leerlingen neemt toe: er komt allengs meer harmonie in de beoefening der ver schillende vakken: de aansluiting aan de andere takken van onderwijs wint in kracht: de leeraars kwijten zich van hunne taak met onvermoeide inspanninghet gedrag en de vorderingen der jongelieden waren over ’t geheel voldoende. Zonder aanma tiging kunnen wij zeggen, dat het Haagsch Gymnasium eene waardige plaats inneemt onder de instellingen van voorbereidend hooger onderwijs. Aan hen die desniettemin over stilstand of teruggang der klassieke studiën in Nederland klagen, durven wij in herinnering brengenvooreerstdat dezelfde klagt alom wordt gehoord, zelfs in het geleerde Duitschland, waar onlangs de uitstekende Mommsen, bij de uitgaaf zijner Pandekten, in eene soort van vertwijfeling nederschreef: Waartoe al mijn zwoegen bij dezen arbeid 1 Immers verstaan de juristen geen latijn meer en de litteratoren bekreunen zich niet om den tekst der Romeinsche wetboeken;” ten andere, dat het gebruik van

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1871 | | pagina 234