a.
c.
met het oog op ’t Homerisch taaleigen; later van de Ora-
tiones van Lysias (uitg. door Dr. Cobet. Amsterdam
F. Muller, 1863).
en 3de klasse).
Voortzetting van de vertaling en verklaring van de levens
van Nepos, en van gedeelten uit Caesar de Bello Gallico
later gevolgd door stukken uit Cicero; gedeelten uit de
Metamorphosen en andere gedichten van Ovidius.
b Latijn, 9 uren.
Voortzetting van het onderwijs naar de Spraakkunst van
Madvig.
Themata, volgens Reitz (1ste, 2de
d. Fransch 1 uur.
a. Vrije opstellen.
b. Lezing en verklaring van een treurspel van Racine, van
een blijspel van Molière en van een Roman van Chatrian.
Korte geschiedenis der letterkunde van de eeuw van Lode-
wijk XIV tot op het Consulaat.
c. Nederlandsche Taal, 2 uren.
Redekunst, volgens het werkje van P. H. van Moerkerken
(Leiden, van den Heuvell en van Santen, 1867).
b. Vertalingen en Opstellen.
c. Lezing van
gedeelten van den Holl. Spectator van J. van
Effen, van de Geuzen von O. Z. van Haren en van een of
treurspelen van Bilderdijk; alle voorkomende in het Klass.
Lett. Pantheon van Roelants.
d. Kunstmatige voordragt.
e. Hoogdüitsch 1 uur.
Voortzetting van de taalstudievolgens het «- Lehrbuch
en het Sprach-Lese- und Uebungsbuchvan Bruck
(3de druk).
b. Lezing en verklaring van Minna van Bamhelm van Lessing.
Geschiedenis der Letterkundevolgens die klassischen
Perioden der deutschen Litteratur van den leeraar.
a.
i‘.
ii.