VERSLAG
Bijlage Z.
ran den slaat der Koninklijke
Muziekschool in 1871.
Terwijl wij naar het voorschrift van art. 11 van het Reglement
de eer hebben het Verslag omtrent den staat der Koninklijke
Muzijkschool over het jaar 1871 aan Uwe Excellentie aan te
bieden, strekt het ons tot genoegen daarin mededeelingen van
gunstigen aard te kunnen doen.
Ten besluite van het schooljaar 18701871 had het jaarlijk-
sche onderzoek naar de vorderingen der leerlingen plaats op
6, 9, 13, 17, 22 en 27 Junij, en wel zoo als door de
ondervinding der laatste vier jaren gebleken is het doelmatigst
te zijn niet in het openbaar en achtereenvolgend, maar
alleen ten overstaan der Commissie van Toezigt en in de gewone
schooluren der te examineren klassen. Over het algemeen bleken
de sedert het vorige examen gemaakte vorderingen voldoende
te zijn en gaven de onderwijzers hunne tevredenheid te kennen
over den in het afgeloopen schooljaar door het meerendeel der
leerlingen betoonden ijver en vlijt. Zij meenden echter dat bij
sommigen de vorderingen niet geheel beantwoordden aan hetgeen
men bij den gunstigen aanleg der jongelieden zou mogen ver
wachten; hetgeen huns inziens veelal daaraan toe te schrijven
was, dat de ouders, niet genoeg doordrongen van de hooge
noodzakelijkheid van eigen oefening, geene zorg droegen, dat
daaraan te huis de noodige tijd door de kinderen besteed wordt.
Ook deden zij op nieuw opmerken, dat de geringe verstande
lijke ontwikkeling van vele der kinderen de taak des muzijk-
onderwijzers zeer verzwaart. Dit geldt hoofdzakelijk van de
elementaire koorgezangklassen en van de theorieklassen.