van sommige gezinnen, aan wie vroeger, als elders armlastigen ziekenbriefjes of tijdelijk geneeskundige onderstand werd ver strekt. Het aantal in de bedoelde afdeelingen uitgereikte ziekenbriefjes was 159 minder, en over het geheel, met inbe grip van Scheveningenslechts 441 meer. Voorts werd die hulp in de Vide onderstandswijk (Godshuizen), blijkens de sedert 1 Januarij 1868 nieuw aangelegde en met zorg bijgehouden registers aan 24 verpleegden minder dan in 1870 verleend. Wat het aantal der voor zijne rekening in de Gemeente- Apotheek gereed gemaakte geneeskundige voorschriften betreft, deze beliepen een cijfer van 66,392 of 7,102 meer dan in 1870, waarvan alleen ten behoeve zijner verpleegden in het Gasthuis 5153 meer, terwijl dat voor de Vde onderstandswijk, Scheve ningen, in verhouding tot het vorige jaar, eene vermeerdering heeft doen kennen van 1416, en alzoo een cijfer beloopt van 6538 voorschriften. De vermeerdering van dezen onderstand nevens dien door verpleging in het Gasthuis, is hoofdzakelijk toe te schrijven aan het voortdurend heerschen der hevige pokken-epidemie dievolgens getuigenis van Gemeente-Geneeskundigeneen zoo danig kwaadaardig karakter heeft vertoondals sinds 50 jaren in deze Gemeente niet was opgemerkt. Behalve dat door die epidemie vele bezwekenwas over het algemeen de gezond heidstoestand nog ongunstiger dan het vorige jaar. Zoo kwamen velen gevallen van typheusen aard voorgevolgd door lang durige zwakte. Met het voorjaar begon de epidemie echter af te nemen; doch kon eerst in het najaar gezegd worden, bepaaldelijk te Sche veningen geheel te zijn geweken. Het Burgerlijk Armbestuur mag zich hierbij het genoegen niet ontzeggenmet den meesten lof te gewagen van den bui tengewonen ijverde hulpvaardigheid en de goede zorgen door Heeren Geneeskundigen in dien moeijelijken tijd aan den dag gelegd. De verstrekkingen van breukbanden, enz., die in 1871 ten behoeve van 411 personen plaats hadden, waren 7 meer dan

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1871 | | pagina 267