der Cholera-epidemieen de alhier in 1869 voortgezette ver zorging van bij de opheffing van het Rijkskinderen-gesticht te Veenhuizen ontslagen kinderen, die vroeger aldaar voor rekening van de Gemeente werden verpleegd, en sedert ten laste van het Burgerlijk Armbestuur zijn gekomen. Met opzigt tot de kosten wegens geneeskundigen onderstand zij vermeld, dat die in den regel jaarlijks zijn toegenomen, waarop eveneens het heerschen van verschillende ziekten van belangrijken invloed zijn geweest, terwijl vooral in de laatste jaren, het aantal verpleegden in het Gasthuis aanmerkelijk is toegenomen. Daaraan is het dan ook alleen toe te schrijven, dat de kosten van het armbestuur, met uitzondering van enkele jaren, niet altijd in verhouding tot de vermindering van gewonen onder stand is afgenomen; want de aanzienlijke vermindering van verstrekking in geld, eetwaren, kleeding en Jigging wordt voor een groot deel opgewogen door de groote vermeerdering van geneeskundige verplegingen wel met name in het Gasthuis. Het Burgerlijk Armbestuur: J. P. Vaillant. Voorzitter. W. J. Bolderman. Secretaris.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1871 | | pagina 272