De rijtuig fabriek van de firma M. L. Hermans en C°. neemt
I steeds toe in bloei; getuige de vele bestellingen, niet alleen
voor het binnenlandmaar ook voor onze Indische bezittingen
en andere Staten, zoo in als buiten Europa.
Hetzelfde wordt gemeld omtrent de fabriek van gouden en
zilveren borduursels en militaire ornamenten van de firma W. J.
van Heijnsbergen. Ook die op kleinere schaal van A. A.
Knvijver gaat vooruit. Die van de firma Verduijn en Gvi
De meubelfabrieken van de Gebrs. Horrix en de firma
H. P. Mutters Zoon verkeeren in gunstigen staat. Het
zelfde wordt ons berigt aangaande die van M. Vierling Sr.
en A. MooSnens. Op de fabriek van Vierling werken 19
arbeiders boven en 5 beneden de 16 jaren. Hij beklaagt
zich dat vele patroons het werk laten vervaardigen door kleine
bazen, waardoor zijns inziens de patentbelasting wordt ont-
dokende industrie achteruitgaat en het gezag der fabrie-
„kanten, die alles in hunne fabriek laten vervaardigen, ver-
loren gaat.
De geschutgieterij, tot den Isten November 1871, onder
directie van den heer J. J. Maritz, kwam op dat tijdstip
onder het regtstreeksch beheer van het Departement van Oorlog.
Tengevolge van dien overgang, werd in het afgeloopen jaar
niets voor de particuliere industrie aangemaakt.
De fabrieken van gouden en zilverwerken schijnen te bloeijen.
De melaalgieterijfabriek van knoopen, wapens en militaire
equimenten van de firma P. Mansvelt en zoon, verkeerden
in gunstigen staat. 30 arbeiders boven en 5 beneden de
16 jaren vonden er werk. Hun weekloon wisselde van 1 tot 20.
„het buitenland brengen tot gelijke regten als de buitenlan-
„ders zulks hier doen, dan zou een nieuw leven, eene groote
ontwikkeling ontstaan.
Daarentegen wordt de toestand der ijzergieterij en fabriek
van stoom- en andere werktuigender naamlooze vennootschap
„de Prins van Oranje” als zeer bloeijend vermeld.