De Braziliaansche fondsen zijn wederom eenige percenten gestegen en zijn steeds voor soliede geldbelegging zeer gezocht. De ten vorigen jare vermelde gelegenheid, door de alhier gevestigde firma Witsenbobg en C°. geopend, om den omzet van ter beurze niet of moeijelijk te verhandelen aandeelen, obligation enz. te vergemakkelijken, door maandelijksche aan kondiging van vraag en aanbod, bekwam in 1871 eene be langrijke uitbreiding, doordien gemelde aankondigingen wekelijks geschiedden. Meer en meer wordt van die gelegenheid gebruik gemaakt en worden daardoor de hooge kosten der effectenveilingen bespaard. met het oog op de nog altijd niet uit den weg geruimde Alabama-kwestiemeer mogelijkheid bestaat van daling dan van rijzing, vooral in verband met de in het verschiet gestelde geheele conversie. De meeste houders hebben dan ook langzamerhand hun Staatsfonds omgezet in soliede Amerikaanse he spoorwegwaarden. Deze laatste hebben in het afgeloopen jaar eene hooge vlugt genomen. Dagelijks breidt zich de lijst dezer fondsen uit; en, moge men niet uit het oog verliezen dat er ook hier gelijk elders kaf onder het koren schuilt, de intelligente kapitalist weet het een wel van het ander te onderscheiden. De meeste 1ste hypotecaire leeningen van bekende spoor- wegen bereikten op het einde des jaars een zeer hoog stand punt. Iedere nieuwe leening vond een gunstig onthaal. De speculant dient echter wel toe te zien, dat hij zijne hulp- bronnen niet overschatwantbieden deze fondsen al eene uit stekende belegging aanvelen achten een crisis niet onmogelijk. De gevolgen daarvan voor ons land, waar zulk eene enorme hoeveelheid genomen is, zijn onberekenbaar. Voor eenige jaren zag men hetzelfde in Engelandwaar de Engelsche spoorweg actiën en obligation eene geduchte daling ondervonden. Het is echter eene geruststelling dat de laatste alleen eene locale belegging uitmaken, terwijl de Amerikaansche spoorweg fondsen meer en meer een cosmopolitisch karakter aannemen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1871 | | pagina 329