70 B
4
Leiden en in den na-
b.
Te lande.
Het vervoer van personen en goederen in de rigting van
Amsterdam en Rotterdam geschiedt bij voortduring op zeer re-
gelmatige wijze door de dienst der llollandsche ijzeren Spoor- I
wegmaalschappij-, dat in de rigting van Gouda, Utrecht en
het groot Spoorwegnet door die van de Nederlandsche Rhijn- I
spoorwegmaatschappij.
Alhoewel thans eene verbinding voor het personen vervoer
tusschen de meeste belangrijke plaatsen in Daitschland en deze j
naar Delft
Leiden
te zaïnen 19
Laatstgenoemde dienst
schuit, metende 14 ton.
Die veerschuit vaart des morgens van
middag van ’s Gravenhage en is geschikt voor het vervoer van I
personen en koopmansgoederen.
Even als in het vorig jaar moeten wij omtrent de dienst van g
’s Gravenhage naar Delft nog opmerken, dat zij bij voortduring
Veel te lijden heeft door bestaande concurrentie en niet het minst
van die der Nederlandsche Algemeene Railroute-Maatschappij 1
en dientengevolge veel te wenschen overlaat; immers gedurende
de wintermaanden wordt zij dagelijks door slechts 4 schippers
van Delft en door 2 schippers van 's Gravenhage waargenomen. g
Tot het vervoer van personen van ’s Gravenhage naar Scheve-
ningen w’aren in 1871 in gebruik 3 gondels, metende 61 ton.
Ook ditmaal is met aandrang gewezen op de behoefte aan I
verbetering van het vaarwater tusschen ’s Gravenhage en Delft. I
De bestaande toestand is eene groote belemmering voor den
aanvoer van grondstoffen naar de fabrieken.
295
vermeerderde haar materieel met 1
De dienst van Rotterdam werd uitgebreid met 10, die van
Amsterdam met 32 scheepston.
Tot het vervoer van personen naar Delft en Leiden en I
tusschen gelegen plaatsen waren gedurende 1871 in gebruik:
15 volksschuiten, metende 225 ton