Nog belangrijker is de vermeerdering van productiewanneer
zij in verband wordt beschouwd met de sterkte van liet Chineesch l
personeeldat gemiddeld bij de mijnen op Billiton was inge- j
deeld en als zoodanig tot de voortbrenging medewerkte. Terwijl I
nog in 1865/66 door elk der bedoelde Chinezen (door een gerekend)
geproduceerd werd 7.39 picolswas die productie in 1870/71
gestegen tot de vroeger nooit bereikte hoogte van 17.90 picols.
Even als vroeger werd de pachtschataan de Regering van
Nederlandsch Indie verschuldigdop haar verlangen in natura
voldaan met 3 pCt. of 1419.59 picolsnaar de gemiddelde
prijs der Augustus-veiling te Batavia eene waarde vertegen-
woordigende van 120,635.91. Naar dienzelfden maatstaf bedroeg i
de pachtschat over 1866 slechts ƒ25.243.83.
Het aantal mijnwerkersdie als zoodanig bij de onderneming
waren geregistreerdwerd in het boekjaar 1870/71 door den
aanvoer van 350 nieuwelingen aangevuld. Gemiddeld waren
2643 Chinezen in de mijnen werkzaam.
Hoewel deze strekte als voldoende kan worden beschouwd
moet natuurlijk steeds voorzien worden in het verlies van krach-
ten door de sterfte en vooral door den terugkeer naar China,
waartoe vele arbeiders besluitenwanneer zij eenig geld voor
zich zelven en hun verwanten in het Vaderland verzameld hebben.
In 1869/70 keerden 100 maar in 1870/71 niet minder l
dan 138 mijnwerkers naar China terug.
Op het gemiddeld getal van 3084 geregistreerde mijnwerkers -
bedroeg het ziekte cijfer slechts 10 pCt.dat is minder dan
ooit te voren. De sterfte was in totaal niet meer dan 1.78 pCt. 9
van diezelfde gemiddelde sterkteen slechts .13.3 pCt. van de I
zieken. In de hospitalen der Maatschappij overleden 33 en in
de mijnen stierven 22 mijnwerkers. Onverdroten worden de ijve
rigste pogingen aangewend om de koepokinentingniet alleen bij i
het Chineesch personeel, maar ook bij de inlandsche bevolking t
ingang te verschaffenten einde op die wijze het gevaar van
pokken-epidemie te verminderen. Meer en meer schijnt zoowel I
de Chinees als de inlander tot de vaccinatie over te gaan.
’t Ware wenschelijk dat de Nederlandsche arbeider zich spiegelde
aan het voorbeeld hem in dit opzigt door den Chineeschen