mijnwerker gegeven; de sterfteverhonding van het afgeloopen jaar zou in Nederland dan ongetwijfeld minder ongunstig zijn geweest. De 6 tweemaandelijksche veilingen hadden ook in het boek jaar 1870/71 zeer geregeld plaats. Daarin werd een totaal hoe veelheid van 35,188.99 picols Billiton tin aangeboden en grif verkocht. De besteedde prijzen varieerden van 66 tot 81.15 de middenprijs der zes veilingen te zamen beliep [13A1 per picol, zijnde ongeveer 2 pCt. minder dan in het vorig jaar. De schitterende resultaten door de Billiton maatschappij ook weder in het boekjaar 1870/71 verkregen, blijken verder uit het dividend van f2o'2 per aandeel; tegen ƒ152 en ƒ173 in de twee voorafgaande jaren. De Nederlandsch-Indische stoomvaartmaatschappij bezit, vol gens haar laatste verslag dd. 2 Junij 1871twaalf stoomschepen, die allen in de beste orde verkeeren. Met de schepen hebben geenerlei onheilen plaats gehaddaarvan alleen uitgezonderd het stoomschip Batavia, dat strandde op eene zandbank in de nabijheid van Macasser, maar daaraf werd gesleept door Z. M. schepen Belch en Java, en na eenige reparatie weder in dienst werd gesteld. De opening van het Suez kanaal en het daardoor uitgebreider geworden goederen- en personenvervoer tusschen Singapore en Nederlandsch-Indische spoorwegmaatschappij. Op ultimo De cember 1871 was de weg in exploitatie tot Klatten op de hoofd lijn en tot Bringin op den zijtak, te zamen 160 kilometers. Men berekent, dat de hoofdlijn tot Djocdjo gereed zal zijn in April en de zijtak tot Willem I tegen het einde van het jaar 1872; zoodat deze eerste spoorweg op Java, die, volgens de concessie, in het laatste kwartaal van 1871 moest voltooid zijn één jaar later geheel gereed zal wezen. De exploitatie neemt steeds toe en heeft over 1871 ruim een millioen gulden opgebragt. De werken van den Buitenzorgschen Spoorweg daarentegen worden vertraagd door allerlei processen over de onteigeningen waarvan het einde niet is te voorzien.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1871 | | pagina 337