4". Naar aanleiding van vroegere briefwisseling ter zake drong de Kamer te Groningen er op aan dat, in ver band met vroegere toezegging, van deze Kamer mogt uitgaan de bijeenroeping van een congres ter bespreking van de middelen, welke zouden behooren te worden wegen. Hier geldt hetzelfdewat in 1867 gold van de overbrugging van het Hollandseh diep. Die overbrugging zette aan het Hollandseh Spoorwegnet de eigenlijke waarde bijwelke het anders niet had en nooit verkrijgen kon. De Staat moest zich daarvoor nogmaals het offer van millioenen schats getroostenmaar uwe Vergadering deinsde gelukkig daarvoor niet terugovertuigd als Zij was dat alleen op deze wijze een goed geheel werd verkregen. 't Is waarer zijn reeds pogingen aangewendom in de algemeen erkende behoefte aan regtstreeksche ge meenschap tusschen Nederland en Amerika eenigermate te voorzien. Rotterdam heeft zichgelijk zoo vaakook ook in dit opzigt de eer verworven van het initiatief. Maar ook hier weder laten wij met vertrouwen aan de voorstellers van het Wetsontwerp de taak over om te bewijzen dat de pogingente Ilollerdam aangewend hoe loffelijk op zich zelf ontoereikend zijn om te geven wat het algemeen belang van Nederland in de onderwpr- pelijke aangelegenheid vorderten datliet men het daarbij onverhoopt berusten ons land welligt nog vele jaren zal verstoken blijven van de voordeelenwaarop de aanneming van het Wetsontwerp gegrond uitzigt geeft. De Kamer van Koophandel en Fabrieken te ’s Graven- hage neemt alzoo de vrijheid, Uwer Vergadering eer biedig te verzoeken, het haar aangeboden en hierboven omschreven Wetsontwerp aan te nemen. De Kamer voornoemd, J. B. Maxwils, Voorzitter. v. n. Velde Az.Secretaris.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1871 | | pagina 342