38 De pokkenepidemie, waaromtrent wij reeds in het vorig Verslag moesten berigten en die toen van de 766 aange tasten reeds 269 slagtoffers had geëischt, bleef in 1871 nog ongeveer tot de maand September heerschende epidemie was in de maanden Januarij en February zeer hevig, zoodat er zelfs dagen waren, waarop 20 a 25 per sonen als aan pokken overleden werden aangegeven. In 1871 werden 3783 aangegeven als aangetast en 1298 als overleden aan de pokken. (Zie bijlage N.) Gedurende de geheele epidemie telde men dus 4549 aangetasten en 1567 overledenen. Geen andere heerschende ziekten deden zich in het af- geloopen jaar alhier voor. Aan de maatregelen, die reeds in 1870 werden genomen om de verdere verbreiding der pokkenepidemie tegen te gaan, werd ook in 1871 met zorg de hand gehouden en wij gelooven niet zonder vrucht. Verder werd verordend: 1°. dat geen door een besmettelijke ziekte aangetast persoon met een ander rijtuig mag worden vervoerd, dan die daartoe uitsluitend bestemd zijn. Tot dat doel heeft de Gemeente een rijtuig aangeschaft en met een huur- c. met het zorgvuldig doen baggeren en diepen van kanalen, grachten en slooten, waaromtrent in het vorig Hoofdstuk onder lett. d reeds het een en ander door ons werd medegedeeld. Naar onze overtuiging had de inrigting der openbare gebouwen, met het oog op den algemeenen gezondheids toestand, geen verandering noodig, dan alleen welligt ten aanzien van ondergeschikte puntendie niet der vermelding waardig zijn. II. Heerschende ziekten.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1871 | | pagina 44