82 III. a. van e. Binnenlandsche handel. Koophandel en Fabrie- Zie het verslag der Kamer kenHoofdstuk IIlett. a. b. Buitenlandsche handel. Werven en Scheepsbouw. Dit onderwerp wordt besproken in Hoofdstuk III van het gemelde verslag (bijlage KK.) f. Het getal schepen van 10 tonnen en meer, in de Gemeente te huis behoorende, beliep in het afgeloopen jaar 85 met een gezamenlijken tonneninhoud van 2436. In het meergemelde verslag worden slechts 56 vaartuigen opgegeven, maar dit getal moet nog worden aangevuld met 18 vaartuigen, die tot pakschuitenveren behooren. Als voren, Hoofdstuk II, lett. b. c. Scheepvaart langs de rivieren, kanalen en vaarten. De opmerking, welke voorkomt aan het slot van Hoofd stuk IV lett. a.waarin de binnenlandsche scheepvaart wordt behandeld, dat de doorvaart der Loosduinsehe brug bij laag water voor de vaartuigen niet mogelijk is, schijnt ons toe eenigzins te sterk te zijn gekleurd. De bestaande doorloopende fundering onder de landhoofden belemmert voor geen schipdat onder de andere bruggen in de Gemeente passeren kan, de doorvaart en hoewel men die fundering daar geenszins gewenscht acht, kan zij niet weggenomen worden, zonder een geheele vernieuwing der Loosduinsehe brug, die voor het oogenblik nog niet geschiedt, omdat de brug overigens nog zeer goed is. d. In- en uitklaringen Komt voor deze Gemeente niet in aanmerking. HANDEL EN SCHEEPVAART.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1871 | | pagina 88