83
HOOFDSTUK XIII.
Middelen van vervoer te water.
a.
Middelen van vervoer te lande.
b.
Inrigtingen, in verband staande niet de uitoefe
ning van handel en andere bedrijven.
g. Reederijen, compacten, schippersgilden en
zeemanscollegiën.
Zie bijlage KK, Hoofdstuk IV, b.
Omtrent de middelen van vervoer te water worden in
het verslag van de Kamer van Koophandel en Fabrieken
(bijlage KK) de gevraagde bijzonderheden medegedeeld.
Daartoe verwijzendemoeten wij de opmerkzaamheid
vestigen op den achteruitgang van het volksschuitenveer
tusschen ’s Gravenhage en Delft, dat niet bestand schijnt
tegen de mededinging der Nederlandsche Algemeene Rail
route-Maatschappij die in hare geregeld elk uur rijdende
wagens de meeste passagiers opneemt.
De toestand dezer middelen van vervoer is verder weinig
veranderd. De inzage van het gemeld verslag geeft ook
de middelen aan ter vergelijking van dien toestand met
vorige jaren.
Ook omtrent de diensten tot vervoer van reizigers en
goederen, hetzij over de gewone, hetzij over de spoor
wegen, vindt men in het meergenoemde Verslag de ver
langde opgaven.
Wij zullen daaromtrent niet in herhaling tredenmaar
nemen toch gaarne de klagten overdie de Kamer van
Koophandel en Fabrieken bij de behandeling van dit
onderwerp heeft geuit. Die klagten gelden het gebrek
aan direct verkeer tusschen het ’s Gravenhaagsche Station
i