5
HOOFDSTUK III.
Gemeentebestuur.
a. Het personeel van den Raad heeft in den loop des
jaars verandering ondergaan ten gevolge van het nemen
van ontslag door de Heeren Mr. W. F. G. L. Francois
wiens kennisgeving daarvanofschoon gedagteekend 20
December 1871den Raad eerst kon worden medegedeeld
in zijne eerstvolgende vergadering op 2 Januarij 1872en
J. Stam blijkens kennisgeving van 18 Jannarij 1872.
Het is ons eene behoeftehulde te brengen aan de ver
diensten dezer Raadsledenwier ontslag algemeen met
leedwezen werd opgemerkt.
De plaats van den Heer Francois werd vervuld door
de verkiezing van Jhr. J. L. C. Pompe van Meerdervoort
op 17 Januarij 1872, op welken dag ook voorzien werd
"in de nog openstaande plaats door de verkiezing van den
Heer F. N. de Charro. Op 26 April werd ter vervanging
van den Heer J. Stam gekozen Jhr. Mr. B. C. de Jonge.
Uit de bepaling van het cijfer der bevolking, krachtens
de op 1 December 1869 gehouden volkstelling, hebben
de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland aanleiding ge
nomenbij brief van 6 Julij 1872, n°. 1, in overweging
te gevenover te gaan tot de vermeerdering van het aan
tal Raadsleden met twee. Bij de daarvoor op 31 Julij en
14 Augustus 1872 gehouden verkiezingen werden de Heeren
Mr. C. van Bell en A. P. Godon gekozen, die achter-
Omtrent de kiezerslijsten en de verkiezingen zijn geen
vragen gedaan of beslissingen genomen. De hiervoren
vermelde verkiezingen hadden zonder eenige stoornis plaats
en liepen geregeld af.
PERSONEEL.