’s Gravenhage28 April 1873. De Ingenieur bij de duinwaterleiding J. Waldorp. D. Sloompompwerktuigen. Alle détails voor de stoompompwerk- tuigen werden vastgesteld en de teekeningen voor de funderin gen onderhanden genomen. ders van het pompstation werden tot boven den grondslag opge metseld en de woningen grootendeels gereed gemaakt. De aardenbaan voor den weg van het pompstation naar Scheve- ningen werd onderhanden genomen en voor 50 pet. gemaakt. D. Volgens bestek III. De groote ronde verzamelput nabij de plaats van opstelling der stoompompwerktuigen kwam voor 40 pet. gereed, zij werd verder ontgraven en gebaggerd tot gemiddeld 1.50 M. boven peil. Het verbindingskanaal tusschen den verzamelput en het eerste kanaalpand werd tot gemiddeld 2.60 M. boven peil voor 40 pet. ontgraven, terwijl tot over 2650 meters het eerste kanaalpand gemiddeld tot 2.80 M. boven peil mede voor 40 pet. gereed kwam. Eene stoommachine werd door den aannemer geplaatst tot afpomping van het water van het eerste kanaalpand, om de verdieping in den drooge te kunnen voortzetten. De 4 overige kanaalpanden werden gemiddeld tot 4.50 M. boven peil voor 34 pet. gereed gemaakt. De kanalen kwamen over de geheele lengte van 5700 Meters onderhanden en werden niettegenstaande de buitengewone regens voor ruim gedeelte ontgraven, en tot eene bodemsdiepte die gemiddeld 0.50 tot 0.70 meter onder den waterstand in het duin was gelegen. De aannemer beproefde met eene locomobiel het benedenste kanaalpand vaksgewijs droog te pompen, om de ontgraving tot de volle diepte in den drooge te kunnen uitvoeren en hield zich tot volledige bereiking van dat doel bezig met het plaatsen eener grootere vaste stoommachine.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 131