de Apotheek, die in het Gasthuis tot Dit voorstel wordt mij opgelegd door de eischen van de ziekenverpleging in de eerste plaats en ook door de vrees die mij vervult voor de herhaling der schier ongeloofelijke moeije lijkheden, die de pokken epidemie van een nog niet lang ver vlogen jaar aan het Gasthuis gaf, moeijelijkhedenvoor een groot deel door de inrichting zelf van het gebouw voor besmet telijke lijders in het leven geroepen. Deze moeijelijkheden zullen naar ik bescheiden meenhet vooroordeel van sommige burgers meer onderhouden, dan wanneer aan de burgerij wordt ge schonken een gebouw, geheel alleen staande en voor besmet- telijke zieken uitsluitend en doelmatig ingericht. Het houten gebouw, dat tijdelijk op het Oranjeplein stond, moge allereerst aan dat plan worden dienstbaar gemaakt en door de noodige uitbreiding zooveel om vang verkrijgen, dat het groot genoeg zij voor de verpleging van alle lijdersdie tijdens eene epidemie verpleging van hunne besmettelijke ziekte in de Gemeente- instelling moeten of willen hebben. Deze instelling drage dan niet langer den naam van barak en het karakter hiervan, maar met volle regt den meer passenden en minder afschrik- kenden titel van Gasthuis voor besmettelijke lijders.” Ik geloof dat het midden van het Oranjeplein eene uitmuntende plaats wezen zal voor dergelijk Gasthuis. Met het oog op de mogelijkheid, dat door de opheffing van het nu bestaande gebouw voor besmettelijke zieken, de ruimte hiervan gedeeltelijk zal kunnen worden ingericht voor de ver pleging van zieke kinderen, zou deze voor een ander deel kunnen worden aangewend voor de huisvesting van hoofdver plegers en plaatsing van nu toe worden gemist. De verpleging van zieke kinderen blijft dringend verbetering vragen. Hoofdverplegers kunnen niet worden aangesteld, zoolang het Gasthuis niet meerdere ruimte heeft. Op deze ruimte blijft ook de Apotheek wachten. De betrekking van Hulp-Geneesheer is sedert het vertrek van dr. Bbeesnee nog niet vervuld. Betrekkelijk weinige artsen zijn gevormd in de laatste jaren. Schier in elke instelling van

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 149