mogten worden gewenscht. De oorzaak is echter niet, gelijk men oppervlakkig alligt zoude meenen, voornamelijk in de methode van het onderwijs, het gehalte der daarbij medege deelde kennis, gelegen. Het wordt, voor zooverre de school, niet de huiselijke opvoeding, er schuld van draagt, veeleer door meer uitwendige oorzaken te weeg gebragtdie door ver beterde inrigting van de schoollokalen en uitbreiding van het onderwijzend personeel kunnen worden uit den weg geruimd en zich ten slotte alle in eene geldkwestie oplossen. Het onderwijs dat thans gegeven wordtin meerdere mate aan eiken leerling te kunnen verstrekken, meerdere zorg te kunnen wijden aan elk der schoolgaande kinderen in het bijzonder, schijnt de taak te zijn, welke door den tot dusverre gevolgden ontwikkelings gang der volksschool voor de eerstvolgende jaren is gesteld. Eene juiste verhouding te vinden tusschen hetgeen telkens ter voldoening aan die eischen moet worden verrigten de krachten waarover daartoe kan beschikt worden, zal daarbij veelal wel het moeijelijkst op te lossen vraagstuk wezen. Art. 4. In 1872 werdevenmin als in eenig vroeger jaar sedert 1858, een der schoollokalen voordegezondheidschadelijk of van onvoldoende ruimte voor het getal schoolgaande kinderen verklaard. Daarom voldeden echter niet alle lokalen aan hetgeen men wenschen moest en leverde zelfs een daarvan, dat van de gemeenteschool op de Groote Markt, stof tot ernstige klagten, zoo van de zijde van het school- als van het geneeskundig Staatstoezigt, Bevreemding wekten deze klagten bij de Plaat selijke Schoolcommissie niet. Reeds in haar jaarverslag over 1862 had zij omtrent deze in November 1861 geopende school opgemerktdat de ruimte der lokalen niet in allen deele geëven- redigd was te achten aan het daarvoor bepaalde getal leerlingen. Sedert was de toestand niet verbeterd, en hoewel de School commissie de lokalen niet met de zooeven genoemde autoriteiten volstrekt ongeschikt voor eene dagschool achtte, drong zij er in Julij 11. weder ernstig op aan, dat door overbrenging van een vrij groot aantal leerlingen naar andere lokalen, althans tijdelijkin de gegrondeuit overbevolking voortvloeijende bezwaren mogt worden voorzien.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 163