10 HOOFDSTUK IV. f 1,466,475.36s - 1,429,645.05 rr «sn si Volgens de laatste door Gedeputeerde Staten afgesloten Rekening (art. 221 der wet van den 29sten Junij 1851 {Staatsblad n°. 85), zijnde die over het dienstjaar 1871, bedragen de ontvangsten de uitgaven sluitende die Rekening met een saldo van 36,830.31 Verder verwijzen wijwat het genoemd dienstjaar be treft naar de bijlagen J en Khoudende afzonderlijke vermelding van den aard der ontvangsten en der uitgaven. De door Gedeputeerde Staten goedgekeurde Begrooting (art. 207) voor het dienstjaar 1873 bedraagt in toestand der geschied- en oudheidkundige verzameling be trekkelijk ’s Gravenhage, doen wij dit ook nu door de ver wijzing naar bijlage Ibevattende het verslag van de Commissie van beheer over die instelling. Daaruit blijkt dat de bedoelde verzameling weder belangrijke aanwinsten heeft gedaan en door hare plaatsing in doelmatige localen meer en meer aan hare nuttige bestemming beantwoordt. Met genoegen hebben wij althans uit het verslag ver nomen dat het Museum in 1872 door 2300 personen werd bezochten wij twijfelen niet of dat getal^ zal jaarljjks toenemen. De Commissie van beheer aanvaarde onzen dank voor hare ijverige bemoeijingen en trouwe zorgenterwijl wij ook op nieuw onze erkentelijkheid uitspreken tegenover hendie aan deze verzameling in het afgeloopen jaar ge schenken deden toekomen. Geldmiddelen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 16