het lokaal der gemeente-armenschool in de aan de daarvan gekoesterde ver- en meisjes beide ingerigt, in de hoogere klassen weinig door deze laatsten werden bezocht en dan ook sommige vereischten voor het meer uitgebreid onderwijs voor meisjes missen. De Plaatselijke Schoolcommissie heeft daaromna opzettelijk onder zoek naar de behoefte, welke in deze gemeente aan het uit gebreid lager onderwijs bestaat, tegen het einde van 1872 aan het gemeentebestuur de oprigting voorgesteld eener derde bur gerschool tegen matig schoolgeld en er op aangedrongen, dat deze bepaaldelijk voor het onderwijs van meisjes zouden worden ingerigt, terwijl op de beide bestaande scholen dan alleen aan jongens onderrigt zoude worden gegeven. In den loop van het vorig jaar werden verschillende kleinere verbeteringen in de bestaande schoollokalen aangebragt. De voornaamste daarvan is de afscheiding in het schoolgebouw in de Lombardstraatwaartoe reeds ten vorigen jare was besloten. Zij voldoet in alle opzigten wachting. Het Bestuur der Bijbelvereeniging verzocht in den aanvang van dit jaar, om Keizerstraat te Scheveningentweemaal ’s weeks te mogen bezigentot het houden harer Bijbelsche leerschool. De School commissie, wier gevoelen daaromtrent werd gevraagd, was, zoowel om den aard van het gedaan verzoek, als met het oog op vroeger in soortgelijke gevallen, nog vóór korten tijd, ge nomen beslissingen (zie jaarverslag over 1871) eenstemmig van oordeel, dat de inwilliging van dit verzoek op de meest stellige wijze moest worden ontraden. De Gemeenteraad heeft echter anders beslist en het schoollokaal voor het aangegeven doeleinde beschikbaar gesteld. Op voorstel der hoofdonderwijzers van de verschillende ge meentescholen heeft de Plaatselijke Schoolcommissie weder het gebruik van eenige leesboekjes op die scholen toegestaan. Het waren //Sneeuwvlokken» door L. Leopold; //Dauwdroppels» door denzelfde; "Kinderschat» door J. J. A. Gouverneur /Vlinders» door H. W. Dijken;

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 172