Art. 18. Op 31 December 1872 waren aan de gemeente scholen behalve de 14 hoofdonderwijzerswerkzaam 78 hulp onderwijzers, waarvan 20 de akte van hoofdonderwijzer en 4 den 2den rang bezitten; 2 hulponderwijzeressenwaarvan 1 met akte van hoofdonderwijzeres: 58 kweekelingen, waaronder 3 vrouwen, 2 Rijkskweekelingenvoor de handwerken 5 onder wijzeressen 1ste klasse, 5 onderwijzeressen 2de klasse en 9 kweekelingen. Deze opgaaf, met het onderwijzend personeel op de gemeente scholen in 1858 vergeleken, vertoont al dadelijk eene groote vermeerdering van het aantal onderwijzers. Toen waren er 7 hoofdonderwijzers, 24 hulponderwijzers en 24 kweekelingen. Vermindert men, om vergelijking mogelijk te maken, het aantal onderwijzers van 1872 met die, welke op de scholen voor meer uitgebreid onderwijs waren geplaatst, dan verkrijgt men nog 69 hulponderwijzers en 52 kweekelingen tegenover 24 en 24 in 1858. Gedurende die 15 jaren is het getal schoolgaande kinderen wanneer die der burgerscholen daarvan worden uitgezonderd, met ongeveer 700 of 16 pCt. vermeerderd. Daarentegen is het haar uit de goedkeuring van het door den hoofdonderwijzer der school bij het Oranjeplein ingezonden leerplan, dat in alle klassen der school gymnastisch onderwijs zal worden gegeven. Aan het denkeeld om de leerlingen van andere scholen daaraan te doen deel nemenschijnt nog geen gevolg te worden gegeven. De heugelijke gebeurtenis van 1 April 1572 werd den len April 11.op alle gemeentescholen feestelijk herdacht. Van wege het gemeentebestuur was eenenaar het aantal kinderenover de scholen verdeelde som van 600 daarvoor beschikbaar ge steld, terwijl aan de hoofdonderwijzers was overgelaten om de voor hunne school toegelegde som op de meest gepaste wijze te gebruiken. Tot de overigens in deze gemeente vrij kalm opgevatte feestviering leverden de optogten der leerlingen van verschillende gemeentescholen en hun opgeruimd gezang op het feestterrein zeker niet het minst geslaagde aandeel. h. DE ONDERWIJZERS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 175