aantal hulponderwijzers in dien tijd bijna verdriedubbeld, dat der kweekelingen meer dan verdubbeld. Nevens bet mannelijk personeel is ook vrouwelijke hulp in de school werkzaam. In dit opzigt is derhalve het gemeentebestuur met den tijd mede- gegaan en kon hierboven, voor zooveel den openbaren scholen aangaat, te regt worden opgemerkt, dat de toekomst van het onderwijs is verzekerd bij een gestadig voortgaan op den inge slagen weg. In den laatsten tijd werden daarop vaste schreden gezet. Het vorig jaarverslag heeft reeds medegedeeld, dat op 1 Januari) 1872 het onderwijzend personeel op elke der gemeentescholen met eenen hulponderwijzer is vermeerderd. De goede vruchten van dezen maatregel waren aanstonds merkbaar, maar tevens bleek, wat de Schoolcommissie ten vorigen jare reeds veronder stelde, op overtuigende wijze, dat deze verbetering door meer dere moet worden gevolgd en dat eene grootere uitbreiding van het onderwijzend personeel noodzakehjk blijft. De Plaatselijke Schoolcommissie heeft vóór het einde van 1872 uitgewerkte voorstellen omtrent de indeeling en zamenstelling van het hulp personeel aan het gemeentebestuur voorgelegd. Zij meent daarom in dit verslag er niet verder over te mogen uitweiden. Toch mag zij niet nalaten om hier aan te stippen, dat verbetering van het lot der hulponderwijzeressen een deel dier voorstellen uitmaakt. Sedert de invoering der schoolwet zijn ook omtrent dit punt de denkbeelden zeer gewijzigd. Toen werd met eenige bezorgdheid door de Schoolcommissie aangestipt, dat men door de schaarschheid der hulponderwijzers zelfs genoodzaakt was geworden op eene der openbare seholen een meisje alskweeke- ling aan te stellen. Thans heeft men de vrouwelijke hulp op de lagere scholenvooral in de onderste klassenleeren waarderen. De regeling eener gepaste aanwending van die hulp schijnt almede in de eerstvolgende jaren tot de taak van het school bestuur te behooren. Zij kan er ruimschoots toe medewerken, om het onderwijs vruchtbaar te maken voor de vorming en ontwikkeling van het volk. Art. 19. De hulponderwijzers der 3de, 2de en 1ste klasse verzochten in het afgeloopen jaar aan het Gemeentebestuur om

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 176