3de4de en 5de jaar na de invoering der wet, daalde het aantal daarop schoolgaande kinderen sterk. Maar na den over gangstijd komt er een nieuw, blijkbaar gezond leven, waarvan de onafgebroken toename van het aantal schoolgaande kinderen sedert 1863 getuigenis aflegt. In 1870 is de kring der werk zaamheid van de bijzondere scholen reeds iets grooter dan die der openbare en in het laatstverloopen jaar 1872 bezoeken van de 11095 kinderen 5772dus ruim 52 pCt.eene bijzondere school. Nog verrassender uitkomst levert de vergelijking van het getal der kosteloos onderwezen kinderen. Te beter kunnen deze worden vergeleken, omdat met de voor een zeer laag schoolgeld onderwezen kinderen op de gemeentescholen voor minvermo genden, bij het bijzonder onderwijs de betalende leerlingen der Diaconieschool in het Hervormde Weeshuis en de leerlingen der school in de Nobelstraat op geheel gelijke lijn kunnen worden gesteld. Hierboven is op het verschijnsel gewezen, dat de tien laatst verloopen jaren hierin voor de openbare school eene volstrekte vermindering van ettelijke honderden en eene betrekkelijke vermindering met niet minder dan 10 pCt. aan wijzen. Van de bijzondere scholen valt juist het omgekeerde op te merken. Sedert 1862 nam het aantal daarop kosteloos onder wezen kinderen met 983 of ruim 57 pCt toe en in 1872 ont vingen ook niet minder dan 40 pCt. der in deze gemeente kosteloos onderwezen kinderen hunne opleiding op bijzondere scholen. Om dit voor den bloei dezer scholen zoo gunstig verschijnsel op zijne regte waarde te schatten, dient het echter meer in bijzonderheden te worden beschouwd. Immers het bijzonder onderwijs omvat verschillende soorten van scholen, welke zich een geheel ander doel voorstellen. Met onze volksschool kunnen de armenscholen van den H. Vincentius van Paulo en de diaconiescholen der Ned. Herv. gemeente op eene lijn worden geplaatst. Maar onder de cijfers der op bijzondere scholen onder wezen kinderen vallen evenzeer die, welke de inrigtingen van de heeren van Vliet en Neuman of van mejufvrouwen Hol- werua, Gampert en van Lier bezoeken. Het nader onderzoek der medegedeelde cijfers nu toont aan,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 179