t
daarbij niet in alle opzigten, gelijk men wenschen zoude, op
den voorgrond staat, niet anders dan voldoende worden genoemd.
Stelt men den toestand der Protestantsche scholen hiernevens
dan kan het daarop gegeven onderwijs in den regel de verge
lijking met dat der Roomseh-katholijke scholen wel doorstaan
of daarmede althans op eene lijn worden gesteld. Maar overigens
bleven het getal en de inrigting sedert 1858 vrij wel dezelfde.
De Evangelisch Duitsche gemeente rigtte in 1865 eene school
op; in 1867 werd door de vereeniging LichtLiefdeLeven
eene herhalingsschool voor meisjes geopend. Daarentegen ging
eene school der Christelijk Afgescheidene gemeente in 1869 te
niet. Wat de sedert 1858 bestaande scholen betreft, de grootste
verbetering daarin was het overbrengen der weeshuisschool van
de Nederlandsch Hervormde gemeente naar de nieuwe lokalen
in de Koningstraat. Bij de krachtige ontwikkeling der Roomsch'
Katholijke scholen steekt echter de geschiedenis van dit gedeelte
van het bijzonder onderwijs niet gunstig af.
Beteren indruk maken de bijzondere scholen tegen hooger
schoolgelddie onder eene vroegere schoolwetgeving scholen
van de tweede klasse” werden genoemd. In lts58 reeds werd
door de Plaatselijke Schoolcommissie gezegd, dat verscheidene
dezer scholen eenen welverdienden roem bezaten. Nog steeds
blijven enkele dezer scholen een sieraad voor de gemeente. De
Plaatselijke Schoolcommissie heeft zich in het afgeloopen jaar
meer bepaaldelijk met het nagaan van den toestand van het
onderwijs op de bijzondere scholen bezig gehouden en zij wenscht
daarvan in het algemeen een loffelijk getuigenis af te leggen.
Moest hierop eene uitzondering worden gemaakt, zij zoude ten
deele sommige bijzondere meisjesscholen tegen lager schoolgeld
betreffen. Het is onmogelijk om uit zoo geringe inkomsten, als
zulke scholen opleveren, de hooge uitgaven van een in alle
opzigten voldoend meer uitgebreid lager onderwijs te dekken.
Op sommige dezer scholen doet zich dan ook bijv, het gemis
aan mannelijke onderwijzers in het rekenen zeer gevoelen. De
Plaatselijke Schoolcommissie vond in haar onlangs ingediend
rapport over den toestand van het meer uitgebi'eid lager onder
wijs gelegenheid om de aandacht van het gemeentebestuur meer