208 te zamen 2485 kinderen 368 Het toezigt op het onderwijs. waaraan van bleef ook weer in 1872 Art. 54. De Plaatselijke Schoolcommissie verloor in het afge- loopen jaar haar oudste medelid. Dr. W. H. Meijeb, die gedurende eene halve eeuw deel van de Commissie had uitge maakt, werd door zijnen wankelenden gezondheidstoestand genooptom ontslag te vragen. De Schoolcommissie betreurt zeer dit verlies; de zoo langdurige en rijpe ervaring van den heer Meijeb en zijne warme belangstelling in het onderwijs der jeugd, maakten hem vele malen tot een vraagbaak en voor lichter, die de Commissie hoogst ongaarne mist. De Gemeente raad heeft in zijne plaats tot lid der Schoolcommissie benoemd mr. J. J. van Meeebeke. Met 1 Januarij 1873 waren Jhr. Mr. W. M. de Beaüw, Dr. L. R. Beunen, Jhr. Mr. J. de Witte van Cittebs, Mr. E. G. P. Gebtsen en Jhr. Mr. J. J. de la Bassecove Gaan aan De regeling van den toestand der bewaarscholen, zoo dringend behoefte bestaat en waarop sedert vele jaren alle zijden wordt aangedrongen, achterwege. In dit jaar hebben 6 personenna afgelegd examende akte van algemeene toelating als bewaarschoolhouderes ontvangen. is, maar waartegen tot dusverre de geraadpleegde bouwkun digen geen deugdelijk hulpmiddel wisten aan de hand te doen. De gang van het onderwijs en de arbeid der onderwijzeressen helpsters en kweekelingen gaf weder ruimschoots reden tot tevredenheid. De bijzondere bewaarscholen werden bestuurd door éènen hoofdonderwijzer en 15 bewaarschoolhouderessen69 helpsters en kweekelingen waren daarop werkzaam. Het getal der kinderenop deze scholen toegelatenbedroeg 1190 jongens of 160 meer dan in 1871. 1295 meisjes 208 n u n II

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 191